Nederlands H4 Verkleinwoorden

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Typ het juiste verwijswoord.

Wil je jou/jouw auto even goed parkeren?

Slide 5 - Question ouverte

kies het juiste verwijswoord.

Ik heb jou/jouw nog nooit gesproken.

Slide 6 - Question ouverte

Kies het juiste verwijswoord.
Wil je [jou|jouw] fiets even weg zetten?

Slide 7 - Question ouverte

Noteer het juiste verwijswoord:
Nu is het jou/jouw beurt!

Slide 8 - Question ouverte

Noteer het juiste verwijswoord:
Ik wil graag even bij je/jouw langskomen.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn verkleinwoorden??

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive



Noteer het verkleinwoord:

brug

Slide 14 - Question ouverte



Noteer het verkleinwoord:

auto

Slide 15 - Question ouverte



Noteer het verkleinwoord:

ketting

Slide 16 - Question ouverte

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje

Slide 17 - Quiz

Verkleinwoorden
A
laatje
B
ladetje

Slide 18 - Quiz

welke is goed?
A
pinda'tje
B
pindaatje

Slide 19 - Quiz

Welke is goed?
A
cafétje
B
cafeetje

Slide 20 - Quiz

Meervoud van scherm

Slide 21 - Question ouverte

Is.....................jou/jouw broer ziek?
A
jou
B
jouw

Slide 22 - Quiz

Ik heb me/mijn huiswerk niet gedaan.
A
me
B
mijn

Slide 23 - Quiz

Welke is goed?
A
diploma'tje
B
diplomaatje

Slide 24 - Quiz

verkleinwoord van slang

Slide 25 - Question ouverte