3V Latijn - Week 3, les 2

3V Latijn
week 3, les 2
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3V Latijn
week 3, les 2

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Bespreken huiswerk:
    - Woorden Triclinium t/m rg. 19
    - Lezen tb blz. 86 en maken hb
    blz. 49 opdr. 30 t/m 32.
  • Vragend voornaamwoord 

Doel:
  • Je kent de woorden van Triclinium
  • Je kent het verschil tussen een zelfst. en bijv. vragend vnw. 
  • Je begint de rijtjes van het vragend vnw. te herkennen
  • Je weet hoe je een vragend vnw. moet vertalen 

Slide 2 - Diapositive

Bespreken huiswerk
Opdracht 30
Verschillen: Romeinen aten op de grond op matrassen en kussens, ze aten liggend op hun zij, ze aten met hun handen.
Overeenkomsten: een diner is een sociaal gebeuren, voordat ze aan tafel gingen wasten ze hun handen.

Slide 3 - Diapositive

Bespreken huiswerk
Opdracht 31



Opdracht 32
a. met kaarsen
b. 8
c. eigen antwoord, bijvoorbeeld voorafje

Slide 4 - Diapositive

Nu oefenen
Mandatum VII

Samenwerken: ja, met je buur
Tijd: 15 minuten 
timer
15:00

Slide 5 - Diapositive

Vragend voornaamwoord
Vergelijk:
Wie loopt daar?
--> Welke man loopt daar?
Aan wie gaf jij een cadeau?
--> Aan welke vrouw gaf jij een cadeau?
Door wat werd jij gedood?
--> Door welk dier werd jij gedood?




Slide 6 - Diapositive

Zelfstandig vs. bijvoeglijk
Quis (wie) en quid (wat) zijn zelfstandige vragende voornaamwoorden
Congrueren niet met een ander woord
Staan zelfstandig in de zin

Qui/quae/quod (“welk(e)”) is een bijvoeglijk vragend voornaamwoord
Gedraagt zich als een bijvoeglijk naamwoord, dus congrueert met iets anders in de zin


Slide 7 - Diapositive

In het wild
Kan in alle naamvallen:
   

Welk schouwspel bevalt je?  --> Quod spectaculum tibi placet?
Van welk meisje heb jij de kleding?  --> Cuius puellae vestem habes?
Aan welke man geef ik het geld?  --> Cui viro pecuniam do? 
Welke koekjes koop jij?  --> Quae crustula emis? 
In welk verhaal verschijnt een godin? --> In qua fabula dea apparet? 


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk volgende week
Leren woorden Pictura
Lezen tb blz. 88-89, maken hb blz. 52 opdr. 43 en 44.

Slide 10 - Diapositive

Doel:
Je kent de woorden van Triclinium
Je kent het verschil tussen een zelfst. en bijv. vragend vnw.
Je begint de rijtjes van het vragend vnw. te herkennen
Je weet hoe je een vragend vnw. moet vertalen
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage