Examentraining hoeken berekenen, Z/F hoeken, symmetrie

Examentraining hoeken berekenen, Z/F hoeken, symmetrie
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Examentraining hoeken berekenen, Z/F hoeken, symmetrie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Ga naar volgende dia en klik op: 



Bekijk de demo:
hoekensom van een driehoek is altijd 180°

Slide 4 - Diapositive

F-hoek en Z-hoek

Slide 5 - Diapositive

F-hoek en Z-hoek

Slide 6 - Diapositive

F-hoek en Z-hoek

Slide 7 - Diapositive

F-hoek en Z-hoek

Slide 8 - Diapositive

Waarom is ∠Q1 gelijk aan ∠P3
timer
0:20

Slide 9 - Diapositive

Waarom is ∠Q1 gelijk aan ∠P3?
A
F-hoek
B
Z-hoek
C
Overstaande hoek

Slide 10 - Quiz

Waarom is ∠Q1 gelijk aan ∠P3

Slide 11 - Diapositive

Welke hoek is even groot als ∠Pdoor een F-hoek?
timer
0:20

Slide 12 - Diapositive

Welke hoek is even groot als ∠P3 door een F-hoek?
A
∠P1
B
∠Q1
C
∠Q2
D
∠Q3

Slide 13 - Quiz

Welke hoek is even groot als ∠Pdoor een F-hoek?

Slide 14 - Diapositive

Welke hoek is niet gelijk aan ∠Q2?
A. ∠P2
B. ∠P3
c. ∠P4
C. ∠Q4
timer
0:30

Slide 15 - Diapositive

Welke hoek is niet gelijk aan ∠Q2?
A
∠P2
B
∠P3
C
∠P4
D
∠Q4

Slide 16 - Quiz

Welke hoek is niet gelijk aan ∠Q2?
A. ∠P2
B. ∠P3
c. ∠P4
C. ∠Q4

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Opgave 63 t/m 66 (blz. 122)

Slide 18 - Diapositive

F-hoek en Z-hoek

Slide 19 - Diapositive

F-hoek en Z-hoek

Slide 20 - Diapositive

F-hoek en Z-hoek

Slide 21 - Diapositive

F-hoek en Z-hoek

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Symmetrieas
Die lijn waarover je de spiegel op kunt zetten, noem je een symmetrieas. De vorige figuren hadden allemaal 1 symmetrieas, maar er bestaan ook figuren met meer symmetrieassen. 

Slide 24 - Diapositive

De rode stippellijnen zijn symmetrie-assen. Niet alle figuren hebben dus een symmetrie-as

Slide 25 - Diapositive

Hoeveel symmetrieassen
heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 26 - Quiz

Uitleg
Er zijn 4 symmetrieassen. 
Dit kun je controleren door het spiegeltje op de symmetrieassen te zetten.

Slide 27 - Diapositive

Hoeveel symmetrie
assen heeft dit figuur
A
2
B
4
C
6
D
1

Slide 28 - Quiz

Wat is een ander woord voor lijnsymmetrie?
A
draaisymmetrie
B
puntsymmetrie
C
spiegelsymmetrie
D
vouwsymmetrie

Slide 29 - Quiz

Hoeveel symmetrie-assen kun je tekenen in dit figuur?
A
Nul
B
Een
C
Twee
D
Drie

Slide 30 - Quiz

Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur denken jullie?
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 31 - Quiz

Draaisymmetrie

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Draaisymmetrie
Een figuur is draaisymmetrisch als je het rondom een draaipunt kunt draaien en het weer precies op zichzelf past.
Het moet een halve draai zijn of minder dan een halve draai.


Slide 34 - Diapositive

Wat is nu de kleinste draaihoek?

Slide 35 - Diapositive

Draaisymmetrie
Kleinste draaihoek berekenen: 

360 : aantal hoeken

dus
360 : 5 = 72º

Slide 36 - Diapositive

Hoeveel keer kan je deze figuur draaien?
A
4x
B
6x
C
12x
D
8x

Slide 37 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek van deze figuur?
A
60 graden
B
90 graden
C
45 graden
D
180 graden

Slide 38 - Quiz

Hoeveel keer kan je deze figuur draaien?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 39 - Quiz

Wat is dan de kleinst draaihoek?
A
45 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
270 graden

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive