Les 2: Communicatie

• Onderwijsassistenten
• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Gesprekken voeren 

Les 2 

Doelen voor vandaag: 

•  De student kan de communicatie afstemmen op de ontvanger 
•  De student kent zijn eigen communicatiestijl 
• De student kan positief en negatief deelnemersgedrag herkennen ​     
• De student weet wat groepsgesprekken en teamgesprekken zijn. 

Werkvorm 

Accepteer je mijn cadeau? 

Hoe? Zet duo’s (A, B) tegenover elkaar. Ze geven elkaar in drie stappen cadeaus:

Stap 1: A pakt uit een denkbeeldige kast een denkbeeldig cadeau. Hij mimet hoe groot en zwaar het cadeau is en geeft het aan B met de woorden: “Alsjeblieft, voor jou”. Hij zegt dus niet wat het is!

Stap 2: B neemt het cadeau aan en zegt blij wat het is, bv: “Oh, wat leuk, een zak cement!”

Stap 3: A accepteert direct dat het om een zak cement gaat en legt uit waarom hij B juist dat gegeven heeft: “Omdat jij zo van metselen houdt.”

Gever en ontvanger reageren dus beide met een ja-en houding op elkaar!

A en B wisselen, steeds in 3 stappen, cadeaus uit. Bewaak dat ze die 3 stappen nemen!

2.5 Groepsgesprekken (blz 137)

= meerdere personen of een groep voeren met elkaar overleg. 

Doel van een overleg: ​

• Uitwisselen van informatie, meningen of argumenten; ​
  
• Nemen van beslissingen; ​
•  Problemen oplossen; ​
• Advies geven.

Gesprekken verschillen qua doel, vorm en samenstelling van elkaar. 

2.5 Groepsgesprekken (blz 137)

Veelvoorkomende vormen van een groepsgesprek: 

• Onderwijsleergesprek: Gestructureerd gesprek met een groep leerlingen met als doel kennis en inzicht te vergroten. 
• Coachgesprek: Ook wel doelgesprek genoemd: gestructureerd gesprek met leerlingen om hen verder te helpen in hun leerproces 
• Klassengesprek: open gesprek of discussie tussen leerlingen onder leiding van leerkracht en/of onderwijsassistent waarbij de nadruk ligt op het bespreken van persoonlijke ideeën, meningen of ervaringen. 
• Kringgesprek: werkvorm in de kinderopvang/onderwijs waarbij deelnemers in een kring zitten en samen met de gespreksleiders een gesprek voeren over een onderwerp 

2.5 Groepsgesprekken (blz 137)

Tips: 

• Stel vragen! Prikkel leerlingen om te reageren 
• Beurten verdelen: Verdeel op een eerlijke manier beurten over de kinderen. Denk aan beurtenstokjes
• Afronden van groepsgesprek: Rond een groepsgesprek duidelijk af. Geef een samenvatting van wat er is besproken en bedank iedereen voor zijn inbreng. 

Keuzes maken: 

• Wel/geen kringopstelling? waarom? 
• Let erop dat kinderen respectvol op elkaar ingaan. 

Vertel eens... 

• Wanneer heb je te maken met 'groepsgesprekken? 
• Wat is je ervaring hiermee? 
• Wat voor soorten groepsgesprekken ken je?  

2.6 Teamoverleg (blz 139)

Een teamoverleg is een regelmatig overleg tussen het team en de direct leidinggevende, waarin punten aan de orde komen die het hele team aangaan. 

Meestal is het de leidinggevende die het gesprek leidt. 

2.6 Teamoverleg (blz 139)

In een teamoverleg ligt de nadruk vaak op het zoeken van oplossingen voor problemen 

• Bij een kinderdagverblijf: hoe gaan we nieuwe besmettingen met krentenbaard tegen? 
• Bij een bso: hoe gaan we het jaar op een leuke manier afsluiten? 

2.6 Teamoverleg (blz 139)

Doelen: 

• Om problemen te voorkomen of de stand van zaken door te nemen 
• nemen van besluiten over taakverdeling, het aanpassen van regels of het veranderen van bepaalde werkwijze
• sfeer in het team goed te houden, ruimte om ervaringen en gevoelens uit te wisselen. 

2.6 Teamoverleg (blz 139)

In een teamoverleg zijn de volgende fasen te onderscheiden: 

• Fase 1: voorbereiding 
• Fase 2: het overleg zelf 
• Fase 3: vervolg 

Lezen met elkaar blz. 140: 2.6.2 

2.6 Teamoverleg (blz 139)

Tijdens het overleg kunnen allerlei moeilijkheden ontstaan: 

• Gebrek aan belangstelling
• Verborgen agenda's
• Conflicten

1.6 Effectieve communicatie (blz. 28)

Effectief = doeltreffend 

We spreken van effectieve communicatie als de zender en ontvanger actief betrokken zijn en de boodschap overkomt zoals de zender bedoelt. 

1.6 Effectieve communicatie (blz. 28)

Effectief communiceren vraagt jou als pedagogisch werker dat je: 

• je eigen communicatiestijl kent
• communicatie afstemt op de ontvanger
• je kunt en wilt inleven in een ander 
• verbaal helder communiceert
• verbale en non-verbale communicatie op elkaar afstemt 
• interpretatiefouten voorkomt 
• rekening houden met de context 

Aan de slag: 

In teams > bestand

verdeel de klas in 7 groepen 

Maak een samenvatting van de volgende paragrafen 

1.6.1 t/m 1.6.7 

Gesprek met ouders

Je hebt met behulp van je vragenlijst een gesprek gevoerd met 2 collega's en 4 kinderen. Op basis hiervan maak je een interview die je gaat bespreken met een ouder/verzorger. ​

​

Opdracht: ​

* Bekijk je verkregen informatie​

* Maak op basis van je eigen vragen en de antwoorden die je hebt gekregen interviewvragen. Dit moeten er minimaal 8 zijn! ​

* Bespreek je vragen met een klasgenoot. Zijn het open vragen?​

* Geen aanpassingen? Werk je vragen netjes uit. ​

--> Na deze les mag je je interview gaan houden met de ouder/verzorger

Let op! 

​Zijn je vragen duidelijk geformuleerd?​

Zijn het genoeg vragen voor een gesprek?​

Passen de vragen bij de ‘doelgroep’?​

Passen de vragen bij het thema ‘sfeer’?​

Kom je veel te weten?​

Kun je hier meer informatie uit halen over het onderwerp?​

Enz…​

Tijd over? 

Maak een samenvatting/ overzicht van de behandelde onderwerpen