Verhoudingentaal

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Verhoudingentaal

Vandaag

Opwarmertje

Uitleg – Verhoudingentaal

Voorbeeld – Verhoudingentaal

Oefenen 3.4 - Verhoudingentaal

Met de trein

Met de sneltrein van Amsterdam naar Parijs is 600km en duurt 4 uur. De trein reed 150 km/u.

Terug duurt de reis langer. Je rijdt 600 km en de reis duurt 5 uur. De trein reed 120 km/u.

Wat was de gemiddelde snelheid van de reis samen?

Een verhouding lezen....

is belangrijk om te snappen wat er staat.

helpt je om de juiste getallen op te schrijven, en

Zorgt ervoor dat je dus weet wat je moet berekenen.

Een verhouding ...

1. Gaat altijd over het totaal.
2. Vertelt je hoe is verdeeld is.
3. Kan je niet gebruiken om te vergelijken.
4. Gebruik je om te schatten.

Er zijn verschillende soorten

1 van de 5

1 op de 5

1 per 5

1 staat tot 5

....

Wat is nu het verschil?

Sleep de juiste verhouding naar de juiste 

1 : 4

1 : 5

2 : 5

2 : 7

2 : 3

1 van de 5

1 staat tot 5

2 per 7

2 staat tot 7

2 op de 5

De taal maakt dus uit.

2 staat tot 7 betekent dus:

2 van het ene en 7 van het andere.

2 : 7

En de andere?

• 2 op 7  
  2 van de 7
  2 per 7
  Totaal -> 7
  
  
• 2 : 7 
    Totaal -> 9

Groot verschil dus ...

Wat is de verhouding?

Sifra heeft 14 liter oranje verf nodig. Zij mengt rode en gele verf.
Wat is de verhouding rode verf : gele verf?

Je kan aan de slag met 3.4