Woordsoorten lw - zn - ww - bn - vz

Grammatica 
- zinsontleding: je hakt de zin in stukken en kunt deze stukken ook benoemen 
- woordsoorten benoemen: ieder woord een eigen naam geven
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica 
- zinsontleding: je hakt de zin in stukken en kunt deze stukken ook benoemen 
- woordsoorten benoemen: ieder woord een eigen naam geven

Slide 1 - Diapositive

Woordsoorten
Welke woordsoorten kennen wij tot nu toe? 
- lidwoord 
- zelfstandig naamwoord 
- werkwoord 
- bijvoeglijk naamwoord 
- voorzetsel 

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de drie lidwoorden?
A
in, op, achter
B
de, het, een

Slide 3 - Quiz

Zelfstandige naamwoorden zijn woorden voor: ...
A
(namen van) mensen, dieren, planten en dingen
B
iets wat je kunt doen

Slide 4 - Quiz

Wat is een werkwoord?
A
Iets wat je kunt doen
B
Zegt iets van het zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van
bijvoeglijke naamwoorden?
A
lopen, werken en schaatsen
B
namen, mensen, dieren, planten en dingen
C
rode, lieve en grappig
D
de, het en een

Slide 6 - Quiz

Wat weet je nog over
het voorzetsel?
Je mag ook voorbeelden noemen...

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Niet alleen bij Nederlands...

Lidwoord 
Frans: 'le' 'la' 'les' 'un' en 'une 
Engels: 'the' 'a' en 'an'
Duits: 'der' 'die' en 'das'

Zelfstandig naamwoord
In alle moderne vreemde talen krijg je dit vanaf de brugklas! Bij Duits alle zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter!


Slide 9 - Diapositive

Niet alleen bij Nederlands...

Bijvoeglijk naamwoord 
Frans: staat hij bijna altijd ACHTER het zn! 
'Un pull noir' - een zwarte trui 
Engels: 'quick' 
Duits: 'gute' 'guter'

Voorzetsel 
Engels: 'at school' 


Slide 10 - Diapositive

Niet alleen bij Nederlands...

Werkwoord 
Vanaf de brugklas hebben jullie bij de moderne vreemde talen altijd werkwoorden. Dat begint met: 

Frans: 'avoir' en 'etre'
Engels: 'to be'
Duits: 'haben' en 'sein'


Slide 11 - Diapositive

De rode fiets staat in de fietsenstalling. 
zn
bn
vz
lw
ww
De
rode
fiets
staat
in

Slide 12 - Question de remorquage

Aan de slag...
Ga naar www.socrative.com
Kies: student login
Roomname: REIJENGA698
Maak de quiz 

Klaar? 
Woordsoorten oefenen op jufmelis.nl en cambiumned.nl.
Je blijft online tot ik zeg dat de les is afgelopen. 

Vragen?
Digitaal handje opsteken.

Slide 13 - Diapositive