werkwoordspelling


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Slide 1 - Diapositive

Wat zijn zwakke werkwoorden?
A
Alle Engelse werkwoorden
B
Werkwoorden met te/ten of de/den achter de stam
C
Werkwoorden die van klank veranderen in de v.t.

Slide 2 - Quiz


Maak af:
Je ziet hier ...
A
sterke werkwoorden
B
zwakke werkwoorden
C
werkwoordvervoeging tegenwoordige tijd
D
werkwoorden die van klank veranderen

Slide 3 - Quiz

schema werkwoordspelling

Slide 4 - Diapositive

(belanden) jouw oude telefoon in een la zodra je een nieuwe hebt?

Slide 5 - Question ouverte

Sinds 2007 zijn er al zo'n tien miljard smartphones (produceren).

Slide 6 - Question ouverte

Het (gebeuren) vaak dat zo'n telefoon amper twee jaar wordt gebruikt.

Slide 7 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd.

LUSTEN
Als kleuter ..... Miriam geen pannenkoeken met stroop.

Slide 8 - Question ouverte

.... (vinden) jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind

Slide 9 - Quiz


Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 10 - Quiz

Engelse werkwoorden
A
Schrijf je als de Nederlandse zwakke werkwoorden
B
De ik-vorm heeft vaak dezelfde vorm als de stam
C
Ik-vorm ik pass hij-vorm hij passt
D
ik-vorm ik skate verleden tijd skatete

Slide 11 - Quiz

Engelse werkwoorden
Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: joggen
A
jogde
B
joggete
C
joggte
D
jogte

Slide 12 - Quiz

Slechts een deel wordt daarna (recyclen).

Slide 13 - Question ouverte

werkwoordspelling
De jongens (begeleiden) gisteren de vrouw naar huis.
A
begeleiden
B
begeleidden
C
begeleidde
D
begeleden

Slide 14 - Quiz

Vul de werkwijzer werkwoordspelling in.
woordsoort bepalen
persoonsvorm
voltooid deelwoord
infinitief
tt
vt
hele werkwoord
1. verlengproef
2. 't kofschip
eindigt nooit op dt

ik-vorm
ik-vorm + t
hele ww
1. verlengproef
2. 't kofschip
eindigt vaak op -de(n) of -te(n)

Slide 15 - Question de remorquage