1.2 Waarom koop je dat?

• Economie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Goedemorgen

1. Binnenkomen – rustig, niet rennen of drukken 
   
2. Aan tafel gaan zitten 
   
3. Spullen op tafel – boek, schrift, pen en rekenmachine

AGENDA

1. Huiswerkcontrole
2. Bespreken huiswerk (tevens herhaling)
3. Doelen van de les
   
4. Uitleg
   
5. Oefenen
   
6. Afsluiten
   

Vorige les (lesdoelen)

Na deze les kun je:

• uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften
• beschrijven hoe je met goederen en diensten in je behoeften kunt voorzien
  
• een geldbedrag op de juiste manier noteren
  
• het verschil uitleggen tussen consumeren en zelfvoorziening

Huiswerk (controle + bespreking)

Doelen van deze les

Na deze les kun je:

• uitleggen waardoor we verschillende behoeften hebben
• uitleggen hoe we beïnvloed worden bij onze keuzes
• het verschil uitleggen tussen commerciële en ideële reclame
• voorbeelden noemen van reclamemedia
• met een percentage een getal uitrekenen

Behoeften

Budget

Dit is het geld waarover je kunt beschikken.

Sociale beïnvloeding

De mensen met wie jij veel omgaat, zoals vrienden en familie, hebben invloed op wat je koopt.

Commerciële beïnvloeding

Winkeliers en fabrikanten proberen met verkooppraatjes en reclame jou bij hen te laten kopen. ‘Commercieel’ betekent dat ze eraan willen verdienen.

Reclame

• Commerciële reclame: meer producten verkopen
• Ideële reclame: consumenten hun gedrag laten veranderen

Reclamemedium

• Dat is een middel waarmee een reclameboodschap wordt overgebracht.

Met procenten een getal berekenen

Je inkomen is €800 per maand. Daarvan moet je 22% betalen aan huur. Welk bedrag betaal je per maand aan huur?

€ 800 : 100 = € 8 x 22 = € 176

%	100	1	22
Getal	€ 800	€ 8	€ 176

: 100

x 22

Rekenen met procenten

Hoe bereken je met procenten een getal?

1. Maak van de vraag een som
2. Maak van het percentage een decimaal getal = percentage ÷ 100
3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal

Rekenen met procenten

Op een laptop van € 1.200,- krijg je 7,5% korting. Hoeveel euro korting krijg je?

1. Maak van de vraag een som: 7,5% van 1.200 is ...
2. Maak van het percentage een decimaal getal = percentage ÷ 100: 7,5 ÷ 100 = 0,075
3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal: 0,075 x 1.200 = € 90

Rekenen met procenten

Op een spijkerbroek van € 70 krijg je 5% korting. Hoeveel euro korting is dat?

1. Maak van de vraag een som: 5% van 70 is ...
2. Maak van het percentage een decimaal getal = percentage ÷ 100: 5 ÷ 100 = 0,05
3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal: 0,05 x 70 = € 3,50

0

OEFENEN

• Maak uit je boek van paragraaf 1.2 de vragen 19 t/m 27
• Dit is ook het huiswerk!

Afsluiting

Na deze les kun je:

• uitleggen waardoor we verschillende behoeften hebben
• uitleggen hoe we beïnvloed worden bij onze keuzes
• het verschil uitleggen tussen commerciële en ideële reclame
• voorbeelden noemen van reclamemedia
• met een percentage een getal uitrekenen