Vakatelier 2 - Periode 1 - 20 21 - Taalverwerving - Ieder spreekt zijn eigen taal - online Teams.

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is taal?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Loesje heeft niet altijd gelijk... 
Het NRC maakt curieuze opmerkingen... 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Taal is constant in ontwikkeling.
Herkenbaar? 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een opvallende titel 
Het vervolg 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Taal van alledag 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is taal?
  • Taal heeft een functie. 
  • Taal heeft een betekenis. 
  • Taal heeft een systeem. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk jij aan bij:
1. taal heeft een functie;
2. taal heeft een betekenis;
3. taal heeft een systeem?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Taal heeft een functie.

Taal heeft drie functies:

1. Een communicatieve of  sociale functie. 
2. Een conceptualiserende functie (middel om grip te krijgen op de werkelijkheid). 
3. Een expressieve functie.
Welke functie kun je toeschrijven aan het gedicht 'Mi have a droom'?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale taalfuncties
Welke sociale taalfuncties herken je in het volgende fragment (3.25-3.55)?
zelfhandhaving, zelfsturing, sturing van anderen, structurering van het gesprek

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luisterend naar de radio krijgen we beelden in ons hoofd. Als we kinderen een verhaal vertellen roepen we beelden op. We ‘vangen’ de werkelijkheid in taal. Een kind gebruikt die taal om de wereld ‘handen en voeten te geven’. Welke functie van taal is hierbij vooral aan de orde?
A
de communicatieve functie
B
de conceptualiserende functie
C
de expressieve functie
D
geen van deze drie functies

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Synoniem
Polysemie
Homoniemen
Homofoon
Homograaf
fiets, rijwiel
eis, ijs
kantelen, bommelding
blad 
bank 

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In de zin: “Het valt hem rouw op zijn dak”
is 'rouw' verkeerd gespeld.
'Rouw' is verward met 'rauw'.

De vraag: Hoe komt dat?


A
rouw en rauw zijn homofonen
B
rouw en rauw zijn homografen
C
rouw en rauw zijn homoniemen.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Hier komen we nog op terug bij het college Taalbeschouwing.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Domeinen van taalonderwijs

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer iets wat je dit college hebt geleerd.

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions