H4.3 Ontdekken

SO bespreken en 
inleveren bouwtekening 
en bouwbeschrijving
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

SO bespreken en 
inleveren bouwtekening 
en bouwbeschrijving

Slide 1 - Diapositive

H 4.3 Ontdekken

Slide 2 - Diapositive

leerdoel
ik kan de snelheid berekenen als ik de afstand en de tijd weet

Slide 3 - Diapositive

spoorboekje
SO bespreken
uitleg snelheid berekenen
opdracht maken
opdracht bespreken
opdracht maken

Slide 4 - Diapositive

activiteit 9
Een filmpje wordt getoond met verschillende voertuigen.
zet in je schrift welk voertuig je ziet.
zet vervolgens de geschatte snelheid er achter
zet daarna de werkelijke snelheid er achter

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

opdracht
lees bron 1 op blz 153
beantwoord vraag 3 t/m 5 op blz 152 (vanaf "lees bron 1" )

Slide 7 - Diapositive




vraag: Wat is de gemiddelde snelheid?

Slide 8 - Diapositive

3. Hoeveel km in 10 minuten gereden?


  • In 40 minuten (10:14 tot 10:54 uur) legde Sietse 139 km – 79 km = 60 km af.

  •  In 10 min rijdt hij dan 60 km/4 = 15 km.

Slide 9 - Diapositive

3. Wat is de snelheid in km/h?
  • In 10 min 15 km.
  • In een uur rijdt hij 6 × 15 km = 90 km → De snelheid is 90 km/h.

Slide 10 - Diapositive

4. Schatting was 120 km/h.
klopt dit?

Nee, de 120 km/h van Sietze is behoorlijk overdreven.

Slide 11 - Diapositive

5. Met welke 2 gegevens kan je de snelheid berekenen? 

Met de afgelegde afstand en de tijd die je nodig had om die afstand af te leggen.

Slide 12 - Diapositive

opdracht
  • zoek op internet een filmpje van een bewegend voorwerp waarvan de snelheid niet is aangegeven.
  • Kijk of je uit dit filmpje gegevens kan halen waarmee je de snelheid kan uitrekenen.
  • Tip: stopwatch op je mobiel gebruiken 

Slide 13 - Diapositive

Johan rijdt 45 km in zijn auto. Hij doet hier een half uur over. Bereken zijn gemiddelde snelheid.

Slide 14 - Question ouverte

Marieke fietst een kwartier met een gemiddelde snelheid van 22 km/u. Welke afstand heeft zij afgelegd?

Slide 15 - Question ouverte

Martijn rijdt met een snelheid van 50 km/u. Hij moet 20 km rijden. Hoe lang doet hij hier over?

Slide 16 - Question ouverte