Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Invoeg Hengelo
Rekenen
20 maart 2024
Slide 1 - Diapositive
Vandaag Rekenen
Afmaken nulmeting
LessonUp Meten en Meetkunde
Oefenen examen vragen niveau 3
Opdrachten Meetkunde
Slide 2 - Diapositive
Meten en meetkunde
Slide 3 - Diapositive
Welke vorm heeft dit figuur?
A
Bol
B
Kubus
C
Rechthoek
D
Vierkant
Slide 4 - Quiz
Welke maat wordt voor gewicht gebruikt?
A
dl
B
m2
C
cm3
D
mg
Slide 5 - Quiz
Welke lijn in dit schilderij is een horizontale lijn?
A
Lijn A
B
Lijn B
C
Lijn C
D
Lijn D
Slide 6 - Quiz
Wat is de breedte van dit tasje in cm? .............. cm
Slide 7 - Question ouverte
Hoelaat is het op de klok?
A
Kwart voor elf 's ochtends
B
Kwart over elf 's ochtends
C
Kwart voor elf 's avonds
D
Kwart over elf 's avonds
Slide 8 - Quiz
Welke temperatuur geeft de thermometer aan? ............ graden
Slide 9 - Question ouverte
Rick is 14 jaar. Hoe lang is hij?
A
168,2 mm
B
1.682 mm
C
16.820 mm
D
168200 mm
Slide 10 - Quiz
Hoeveel minuten is anderhalf uur? ............. minuten
Slide 11 - Question ouverte
Sacha loopt 7,2 km. Hoeveel meter is dat? ......... meter
Slide 12 - Question ouverte
Je loopt door het bos van A naar B volgens de aangegeven route. Hoeveel is de afstand in m?
A
12 m
B
400 m
C
800 m
D
1.200 m
Slide 13 - Quiz
Je bent in het theater. Elke zitplaats heeft een nummer: een letter en een cijfer.
Welk nummer heeft jouw plaats? (rood gekleurd)
Slide 14 - Question ouverte
Wat is de oppervlakte van deze kamer?
A
10 m²
B
16 m²
C
20 m²
D
15 m²
Slide 15 - Quiz
Bereken de oppervlakte van het vlak. M2?
Slide 16 - Question ouverte
Wat is de omtrek van dit figuur?
A
12 cm
B
5 cm
C
15 cm
D
10 cm
Slide 17 - Quiz
Bereken de omtrek van het vlak
Slide 18 - Question ouverte
Welke thermometer geeft de hoogste temperatuur aan? En welke de hoogste temperatuur?
A
Hoogste A; Laagste B
B
Hoogste B; Laagste C
C
Hoogste C; Laagste D
D
Hoogste D; Laagste A
Slide 19 - Quiz
Welk figuur heeft de grootste oppervlakte?
A
Figuur A
B
Figuur B
C
Figuur C
D
Figuur D
Slide 20 - Quiz
Jet heeft 10 euro en 25 cent gespaard. Schrijf 10 euro en 25 cent als getal €
Slide 21 - Question ouverte
Elk hokje is 1 m2. Hoe groot is de oppervlakte van de vijver? .............. m2
Slide 22 - Question ouverte
Teun gaat tegels leggen op de oprit. Iedere tegel heeft een oppervlakte van 0,5 m2
Hoeveel tegels heeft hij nodig?
A
8
B
10
C
20
D
40
Slide 23 - Quiz
Hoeveel is de oppervlakte in dm2?
A
4 dm2
B
8 dm2
C
12 dm2
D
16 dm2
Slide 24 - Quiz
Bij een supermarkt is een parkeerplaats. Hoeveel m is de omtrek van de parkeerplaats? ............ m
Slide 25 - Question ouverte
Een zwembad is 25 meter lang en 15 meter breed. Wat is de omtrek van het zwembad? ...... m
Slide 26 - Question ouverte
Je koopt kaas voor €5,80. Je betaalt met het geld van de afbeelding. Je krijgt 2 munten terug.
Welke munten zijn dat?
A
2 munten van 5 cent
B
2 munten van 10 cent
C
2 munten van 20 cent
D
2 munten van 50 cent
Slide 27 - Quiz
Hoeveel tijd is er tussen zonsopkomst en zonsondergang?
A
9 uur en 10 minuten
B
10 uur
C
10 uur en 10 minuten
D
12 uur en 10 minuten
Slide 28 - Quiz
Een erg hoog gebouw staat in Dubai en is 800 m hoog. Op het plaatje zie je dat gebouw en in verhouding daarnaast de Euromast. Hoe hoog is de Euromast ongeveer? ......... m