220201 Zetpillen en valproinezuurzetpillen

les 01-02-22  Zetpillen 
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BSPMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

les 01-02-22  Zetpillen 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een zetpil?
Een zetpil is een torpedovormige of kegelvormige toedieningsvorm met een gewicht van 1 tot 3 gram die via de anus (rectaal) ingebracht wordt.
Heeft een zetpil een lokale of systemische werking?

Slide 2 - Diapositive

Systemische en lokaal.
Bijv. Lokale werking-> ZnO voor aambeien.
Paracetamol is systemisch

Wanneer wordt er gekozen voor een rectale toedieningsvorm?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zetpillen = suppositoria
Wanneer worden rectale toedieningsvormen gebruikt?

  • als de patiënt slecht of niet kan slikken
  • als de patiënt misselijk is of moet braken
  • als het rectum plaatselijk behandeld moet worden

Slide 4 - Diapositive

Slecht slikken→ kinderen of volwassenen evt. met verminderde bewustzijn.
Andere rectale toedieningsvorm: klysma’s= oplossingen/ suspensie voor rectale toediening

 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar op de KNMP kennisbank kun je de basishandelingen vinden?
A
FNA
B
LNA-onderzoeksvoorschriften
C
LNA- procedures bereiding
D
LNA- procedures productzorg

Slide 6 - Quiz

Je mag zoeken op KNMP Kennisbank

Slide 7 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke wijze dien je een zetpil in te brengen?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

"Schiet het zijn doel voorbij"
Zetpilinstructie via Apotheek.nl. De zetpil tot zo’n 2 cm in de anus inbrengen, bij kinderen tot 1 cm. Het rectum is goed doorbloed, daar dus de beste opname.
Orale inname heeft de voorkeur ivm onzekere en onregelmatige opnamen van het gnm.

Slide 10 - Diapositive

Werkzame bestanddelen worden gemengd met hard vet.


Slide 11 - Diapositive

Bij voorkeur niet opnieuw verwarmen.
Geen klontjes zichtbaar.
Mortier mag niet leeg geschrapt worden, alleen uitschenken.
Schoonschrappen van de strip, gestold maar niet uitgehard.

Slide 12 - Diapositive

Lipofiel: de basis smelt bij lichaamstempt. na smelten komt gnm vrij.
Hydrofiel: de basis lost op in het vocht dat de rectum afscheidt, gnm komt vrij na oplossen.
Hydrofiel: de basisverdeling is één om twee (hoe hoger het getal, hoe vaster de basis). Het smelttraject is hoger dan die van de lipofiele basis, daarom geschikt voor warme landen. De hydrofiele basis is wel hygroscopisch, daarom bij voorkeur uitschenken met spuitflesmethode.

Slide 13 - Diapositive

Wanneer het gnm niet oplost, dan goed opletten dat de viscositeit zo is dat de zetpillen niet uitzakken. Dit wordt ook wel een suspensiezetpil genoemd.
Gnm opgelost dan is het dus een oplossing en kan deze niet uitzakken.
Hoe verdeel je het geneesmiddel homogeen door het vet?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hulpstoffen ken je ?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hulpstoffen 
- Triglycerdide saturata media = Miglyol 812:  verlaagt het smeltpunt van de zetpil, zodat ze in het lichaam snel zacht worden. Bijv. zinkoxide zetpillen
- Collodiaal siliciumoxide =Aerosil: wordt toegevoegd om agglomeraten (klontjes) fijn te wrijven → homogeen                 
- Lactose (180):  100 mg lactose/zetpil toevoegen wanneer er ≤50 mg/supp aan werkzame stof in zit. 
- Sojalecethine:   wordt toegevoegd bij bereidingen van zetpillen met grote hoeveelheden vaste stof (bijv. paracetamol 750 mg of meer) om het gietbaar te houden. Beïnvloed het stollingsproces niet noemenswaardig. 

Slide 16 - Diapositive

Hulpstoffen om de kwaliteit van de zetpil te verbeteren of de bereiding te vergemakkelijken.
Miglyol bij ZnO gebruikt zodat de aambei smelt en er een beschermende zalflaag ontstaat. Kan ook toegevoegd worden bij terminale patiënten met een verlaagde lichaamstemperatuur. 
watervrij colloïdaal siliciumdioxide (Aerosil 200 V®, de verdichte vorm), met een maximum van 1% van het farmacon. 
Lactose toevoegen voor een mooie goede verdeling van vaste stof met de basis .
 Zinkoxide zetpillen -> 
werken licht indrogend en stillen de jeuk. Worden gebruikt bij jeuk en irritatie aan de anus door aambeien

Aerosil ->
ColloIdaal Siliciumoxide (ook gebruikt als "glijmiddel" bij capsules 

Sojalecithine ->
Meestal 2% toevoegen aan totaal poedermengsel, dit beïnvloed het stollingsproces niet! 
Wat ging er mis bij het bereiden van de onderste strip zetpillen?
Wat ging er mis bij het bereiden van de onderste strip zetpillen?

Slide 17 - Diapositive

Niet goed homogeen gehouden tijdens uitschenken. 
KNMP Kennisbank 
- Mortiermethode: roer telkens nadat 2-3 zetpillen zijn gegoten en controleer op homogeniteit.
- Spuitflesmethode: vul telkens 2-3 zetpillen uit en zwenk tweemaal om. Vul de vormen net overvol.
1. Waar vind je het voorschrift van valproinezuurzetpillen
A
Kennisbank
B
Informatorium
C
FNA
D
LNA-procedures

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Wat zijn de LNA-mededelingen?

Slide 19 - Question ouverte

nieuwsbrieven van het laboratorium der Nederlandse apothekers
3. Welke info vind je in de LNA=procedures?

Slide 20 - Carte mentale

alle handelingen in de apotheek
vraag 4
  • Tot welke basis behoort deze zetpilbasis?
  • Wat is het smelttraject van deze basis

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5 Waarom voeg je geen collodiaal siliciumdioxide toe? En wat is de merknaam hiervan?

Slide 22 - Question ouverte

Aerosil
6) In het commentaar van dit bereidingsvoorschrift is te lezen:
“Zodra het vet stolt, scheidt valproïnezuur zich echter (gedeeltelijk?) af. Hoe langzamer het stolproces plaatsvindt, des te meer tijd heeft valproïnezuur om zich in macroscopisch zichtbare structuren af te scheiden.” Hoe kan dit voorkomen worden?

Slide 23 - Diapositive

Door de aangegeven bereidingswijze te volgen zodat de punt van de zetpil niet 'nat' en korrelig wordt. Deze verschijnselen treden bij de zetpil met 500 mg uiteraard het meest naar voren. Bij een juiste bereidingswijze wordt er voor gezorgd dat de stolling van het vet zo snel mogelijk geschiedt: uitgieten bij 32 à 33 °C en direct in de koelkast plaatsen.
De dosering volgens het NKFK: kinderen 2-10 jaar, onderhoudsdosering 25-40 mg/kg per dag in 2-4 doses.
a) Bereken de onderhoudsdosering?

Slide 24 - Question ouverte

28 kg x 25mg = 700 mg , 28 kg x 40mg = 1120 mg
700 -1120 mg per dag in 2 tot 4 doses

Uitleg
Je zult rekening moeten houden met een overmaat. In de LNA-procedures van zetpillen is een tabel met overmaat te vinden. Daar wordt van 51 zetpillen uitgegaan voor de vorm 2,3 ml en 49 zetpillen voor de vorm van 2,8 ml.
b) De arts schrijft een recept voor 40 zetpillen met de sterkte van 350 mg voor. Hoeveel zetpillen zullen er gemaakt moeten worden?

Slide 25 - Carte mentale

Je zult rekening moeten houden met een overmaat. In de LNA-procedures van zetpillen is een tabel met overmaat te vinden. Daar wordt van 51 zetpillen uitgegaan voor de vorm 2,3 ml en 49 zetpillen voor de vorm van 2,8 ml.
Zou jij in dit bad stappen?

(de temperatuur is precies goed)
Ja, heerlijk
nee, want...

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vulwaarde -Overmaat -Verdringingsfactor
  • Vulwaarde = vulgewicht = hoeveelheid zetpilbasis per geheel gevulde zetpilvorm. (1,15ml / 2,3ml / 2,8ml)

  • Overmaat = extra aantal zetpillen berekenen → ivm verlies, gieten met kop, laatste twee zetpillen verwerpen.

  • Verdringingsfactor = een factor dat aangeeft hoeveel gram zetpilbasis verdrongen wordt door 1 gram gnm.  (Zie kennisbank voor tabel.) 

  • Verdringingswaarde = de hoeveelheid zetpilbasis die verdrongen wordt door de benodigde hoeveelheid gnm per zetpil.  
    →  Verdringingswaarde = hoeveelheid geneesmiddel × verdringingsfactor

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan zetpilberekening
  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
  5. Hoeveel vet gaat er in 1 zetpil?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Valproinezuur 350 mg da 40 stuks
 

1 . 2,3 ml = 2,07 g = 2070 mg
2f = 1 (KNMP Kennisbank)
3. gnm x verdringingsfactor → 350mg x 1 =350 mg  
je hebt nu berekent de hoeveelheid vet die er niet in past. Veel gemaakte fout is dat dit getal wordt vermenigvuldigt met aantal benodigde zetpillen.
4.40 plus overmaat dus 51 zetpillen ga je maken.
5. vulwaarde -verdringingswaarde= 2070-350=1720mg vet 


Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan zetpilberekening
  1. Hoeveelheden => vermenigvuldigen met 51
  2. theoretisch gewicht= hoev vet + hoev gnm+hoev hulpstoffen 
  3. afwijking= P-T/T x 100%


Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Valproinezuur 350 mg da 40 stuks
 

1 . 1720mg x51= 87.720mg= 87,72 g
21720mg+350mg=2070mg 



Hoe groot mag de afwijking zijn?

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voldoet de zetpil aan de eis?
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

g) Een lege strip zetpillen van 2,3 ml weegt 1,25 gram
Bij de eindcontrole blijkt een volle strip met 12 zetpillen 25,91 gram te wegen. Voldoen de zetpillen aan kwaliteitseis?
25,91-1,25=24,66/12= 2,055 g per zetpil = praktisch gewicht
2,055-2,07=-0,015 g/2,07x100%= -0,72%

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8) Er komt een bestelling binnen, deze dient op een ordelijke en systematisch manier opgeruimd te worden. Op welke wijze dienen de geneesmiddelen/producten opgeruimd te worden, wanneer er nog reeds producten in voorraad zijn?

Slide 39 - Question ouverte

Volgens de FIFO methode, first in first out. Soms ookwel FEFO genoemd, first expired first out (eerste verlopen eerst uit). Wat bijna nooit gebruikt wordt is LIFO= last in first out.
9) Een geneesmiddel dat al even in nazending staat is weer niet geleverd. Op welke site is terug te vinden wat de verwachte levertijd is en of er eventuele alternatieve zijn?

Slide 40 - Question ouverte

https://farmanco.knmp.nl/ Ga eens kijken op de site. Er wordt aangegeven welke mogelijke oplossingen er zijn bij leveringsproblemen.
Je kunt hier een overzicht vinden van welke geneesmiddelen tekort zijn, daarnaast zie je wat de verwachte leveringstermijn is en of er alternatieven of substitutiemogelijkheden zijn.

10) Op de verpakking van een geneesmiddel staat een vervaldatum, wat wil dat precies zeggen?

Slide 41 - Question ouverte

Dat de fabrikant de kwaliteit en werkzaamheid van het geneesmiddel niet meer kan garanderen. Het gnm mag niet meer worden afgeleverd na die datum.
Stappenplan zetpilberekening
  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Morfine HCl 55 mg da 7 stuks
 m.f.l.a. supp
  s. 1 dd 1

1 . 2,3 ml = 2,07 g = 2070 mg
2f = 0.65 (KNMP Kennisbank)
3. gnm x verdringingsfactor → 55 mg x 0,65 =35,75
je hebt nu berekent de hoeveelheid vet die er niet in past. Veel gemaakte fout is dat dit getal wordt vermenigvuldigt met aantal benodigde zetpillen.
4. 7plus overmaat dus 10 zetpillen ga je maken.
Berekenen van de benodigde hoeveelheden: 10 x 55 mg= 550 mg (0,55 g) 
2070 mg - 35,75 = 2034,25 mg vet per zetpil x 10= 20342,5 mg = 20,34 g 

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag

  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
Hoeveel moet je van alles afwegen en wat is het theoretisch gewicht?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Bisacodyl 15 mg no. 12
 m.f.l.a supp.
s. 1dd1


de vulwaarde is meestal 2,07 g
de verdringingswaarde van bisacodyl is 0,65
de verdringingswaarde= hoev bisacodyl x vf
Aangezien er maar 15mg bisacodyl per zetpil in zit, moet er lactose (vf=0,6)  worden toegevoegd 
!
overmaat 6 

Slide 43 - Diapositive

Berekening:
  • gnm x factor → bisacodyl 15 mg x 0,65 = 9,75 mg
  • lactose 100 mg x 0,60 = 60 mg
  • 2070mg - 9,75mg - 60 mg= 2000,25 mg vet per zetpil
  • 12 + 6 = 18 zetpillen gaan we maken.
  • 15 mg bisacodyl x 18 = 270 mg
  • 100mg lactose x 18 = 1800 mg = 1, 8 g
  • 2000,25 mg x 18 = 36004,5 g witepsol 
  • theoretisch gewicht= 2000,25+100+15=2115,25mg