Les 1 Nederlands. Woordenschat

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Les 1 Nederlands.

Goedemorgen allemaal :) 

• Wat gaan we vandaag doen? --> We beginnen vandaag met een les Woordenschat. 

Lesdoelen

• Jullie begrijpen de woorden die we leren in deze les
•  Jullie kunnen de geleerde woorden gebruiken in een zin

Woordenschat

Waarom zou het volgens jullie belangrijk zijn om veel woorden te kennen in een taal?

Inloggen LessonUP

• Om in te loggen scan je de QR -code met je telefoon of je gaat naar de website  lessonup.com, hier voer je de code in. 

Het nieuwtje

• Een nieuw en interessant feitje

​

"Heb je het nieuwtje al gehoord? We gaan verhuizen!​"

   

Streng

• Iemand die zich heel goed aan de regels houdt.

"Bij de toets is de docent erg streng. Als je praat, krijg je meteen een onvoldoende.""

Dadelijk

• Zo meteen, straks

"De bus komt dadelijk. Oh kijk, daar is hij al. "

Storen 

• afleiden, lastig vallen​
  

​

"Ik zet mijn telefoon uit, zodat niemand mij kan storen. "

Uitdoen

• uitzetten, afzetten, afdoen​
  

​

"De leerlingen moeten hun telefoon uitdoen tijdens de les."

Het flatgebouw

• hoog gebouw waar je kunt wonen​
  

​

"Ik woon in een hoog flatgebouw op de twaalfde verdieping."

Handig 

• Goed zijn in zelf dingen maken​
  

​

"Hij is erg handig. Hij heeft bijvoorbeeld zelf een extra kamer gemaakt voor de kinderen."

Super

• Erg goed, geweldig

"De kinderen vinden het super dat ze naar de film mogen gaan. ​"

Het geluk

• Als alles goed gaat, het valt mee​
  

​

"Vandaag ben ik vrij. Ik heb geluk want het regende de hele week en nu is het mooi weer. "

Ontspannen

• Relaxed zijn, rustig

"In de vakantie heb ik helemaal geen stress, dan ben ik ontspannen"

de fitness

• Lichaamstraining, sport

"Ik ga drie keer per week naar fitness. Dat is goed voor mijn conditie"

Wat betekent het woord "dadelijk"?

1. af en toe
2. zo meteen
3. nu
4. soms

Wat betekent het woord "geluk"?

1. als alles goed gaat
2. het gaat niet goed
3. pech
4. goed

Wat betekent het woord "streng"?

1. iemand die zich niet goed aan de regels houdt
2. iemand die zich heel goed aan de regels houdt

Wat betekent het woord "uitdoen"?

1. aanraken
2. uitlachen
3. uitzetten, afdoen
4. verzetten

Wat betekent het woord "handig"?

1. stom
2. snel
3. vriendelijk
4. Goed zijn in dingen zelf maken

Onbetrouwbaar

• Iets of iemand waar je niet op kunt vertrouwen 

"Als je niet doet wat je belooft, ben je onbetrouwbaar"

Bij elkaar over de vloer komen

• Bij elkaar thuis komen  
  

(Spreekwoord---> figuurlijk taalgebruik)

"Zij komen graag bij de buren over de vloer, omdat ze dat zo gezellig vinden"

Kritiek hebben

• Zeggen dat je iets niet goed vindt.

"Hij heeft altijd kritiek op haar werk, hij is niet snel tevreden "

In hetzelfde schuitje zitten

• In dezelfde situatie zitten 

(Spreekwoord--> Figuurlijk taalgebruik)

"Zij zitten in hetzelfde schuitje als wij, ook zij zijn te laat op school doordat de bus niet op tijd was. 

Dik in de dertig 

• Ruim ouder dan 30 jaar, maar nog geen 40 jaar oud

(Spreekwoord--> Figuurlijk taalgebruik) 

"Zij is geen 25 meer hoor, zij is al dik in de 30 volgens mij"

Sympathiek

• Aardig, vriendelijk

"Hij is erg sympathiek, hij is altijd erg vriendelijk tegen mij"

Wat betekent "kritiek hebben"?

1. iemand meenemen
2. zeggen dat je iets niet goed vindt
3. gemeen zijn tegen iemand
4. iets heel goed vinden

Wat betekent "in hetzelfde schuitje zitten"?

1. Samen iets doen
2. Het alleen willen doen
3. In dezelfde situatie zitten
4. In een bootje zitten

Wat betekent het woord "sympathiek"?

1. stom
2. onaardig
3. aardig
4. vrolijk

Woorden opschrijven in schriftje

-Het nieuwtje                     -Het geluk                              -goed kunnen opschieten 

-Streng                                  -Ontspannen                          met iemand

-Dadelijk                               -de fitness                             -dik in de dertig 

-Storen                                  -Onbetrouwbaar

-Uitdoen                               -Bij elkaar over de vloer komen

-Het flatgebouw               -Kritiek hebben

-Handig                                -in hetzelfde schuitje zitten

-Super                                   -In het begin 

-Sympathiek

Oefening betekenis

• Zet de goede betekenis achter het woord (opdracht op papier) 

Bijvoorbeeld: 1-d

• Schrijf de goede betekenis hierna ook in je schriftje achter het woord en maak met 5 woorden een zin. 

Woordzoeker

• Een aantal woorden uit de les staan in de woordzoeker, aan jullie om deze te vinden. Succes! 

Goed gewerkt en tot morgen!