les 3 Protocollen en procedures

les 3 Protocollen en procedures
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

les 3 Protocollen en procedures

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat versta je onder de hygiënerichtlijnen en privacy schending

Slide 4 - Carte mentale

Een protocol is een praktische uitvoering van een wet of algemene regel
Voorbeelden:
1. AVG = Algemene Verordening Gegevens bescherming
2. Hygiënerichtlijnen van de GGD = Gemeentelijke gezondheidsdienst

De GGD stelt voor de gemeente regels op over hygiëne en veiligheid!!! 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Lien

Slide 8 - Diapositive

Waarom kunnen protocollen veranderen?
1. Er is een verandering gekomen in de wet (bijvoorbeeld omdat bepaalde producten niet meer gebruikt mogen worden)
2. Er zijn bepaalde gebeurtenissen (bijvoorbeeld de Corona) 
3. In de praktijk blijkt dat een protocol niet goed werkt

Slide 9 - Diapositive

Bespreek met je duo de volgende vragen 
  1. Student beantwoord eerst zelf alle vragen  en krijgt bedenktijd. 
  2. Student A geeft om de beurt een antwoord op de eerstvolgende vraag. Daarna volgt student B.
  3. De beurt gaat vlot heen en weer.  
 
1. Geef twee voorbeelden van wat er mis kan gaan als we ons niet aan protocollen houden?
2a. Leg in je eigen woorden uit wat wetten en protocollen met elkaar te maken hebben.
2b. Wat doet de GGD op het gebied van hygiëne en veiligheid?
3. Heb je in je werk of op school te maken met protocollen? Welk protocol werkt goed en welk niet goed? Doe een voorstel voor een verbetering. 
4. Lees de casus van opdracht 4 en beantwoord de vraag? 

Slide 10 - Diapositive

4. Je werkt al enkele maanden als helpende. Toen je net begon, heb je de protocollen goed doorgenomen. Sindsdien werk je volgens de regels van je organisatie. In een van de protocollen staat beschreven dat je ongebruikt schoonmaakmiddel (bijvoorbeeld een halfvolle fles) weg moet gooien bij het klein chemisch afval. Zelf houd je je aan deze instructie, maar in de praktijk zie je regelmatig dat collega’s dit gewoon in de afvalbak gooien.
 
Wat doe je? Bedenk met je medestudent twee verschillende acties die je kunt ondernemen. 

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
  • Ga met je medestudent aan de slag met de volgende maakopdrachten. 
  • Hou rekening met je medestudenten die geconcentreerd aan de slag willen. 

Slide 12 - Diapositive

Leerdoel?
1. wetten en protocollen? 
2.waar zijn protocollen te vinden?

Slide 13 - Diapositive