Verdieping zakelijk lezen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Uitleg hoofd- en bijzaken

Hoofdzaak = informatie die belangrijk is voor het tekstdoel + belangrijk om de tekst te begrijpen

Bijzaak = voorbeelden en extra uitleg, kan weggelaten worden

Samenvatting -> alle hoofdzaken bij elkaar

Opdracht

- Open je schoolmail -> open de mail die je vandaag hebt ontvangen

- Lees de tekst 'Waarom recyclen'

- Streep alle overbodige informatie weg

- Wat zijn de hoofdzaken van de tekst?

Oefenen

Ga naar Taalblokken: Bouwstenen 2F

- Maak 05 hoofd- en bijzaken: lezen/luisteren

Synoniemen in de tekst

Andere woorden dan in de tekst -> zoek naar synoniemen

Voorbeeld

Vraag: Wat vindt de schrijver van 'verengelsing'?

Antwoord: Verengelsing is een ontwikkeling die je toch niet kunt tegenhouden.

Tekst: De trend is toch niet te keren.

Les 2 voorbereiding CE

Lezen en luisteren:

- tekstverbanden

- inhoudelijk tekstbegrip

- tekstdoelen

Voorbeelden

Tijd: Eerst ging ik naar de bakker, daarna naar de slager.

Tegenstelling: Het regende buiten, toch ging ik op de fiets.

Doel-middel: Door middel van jouw hulp, heb ik de toets gehaald.

Conclusie: We hebben alles al ingepakt, dus we kunnen gaan.

Voorbeeld: Op maandag doe ik allerlei dingen voor school zoals huiswerk maken en de lessen volgen.

Verbanden in de tekst

Welk verband geeft het rode woord aan? Kies uit de opties van de vorige dia. Schrijf de antwoorden op een kladbriefje.

Opbouw van de tekst

Voorbeeld:

Inleiding - probleem

Middenstuk - mogelijke oplossingen

Slot - conclusie

Voorbeeld:

Inleiding - oorzaak (gebeurtenis)

Middenstuk - gevolgen

Slot: conclusie of vooruitblik

Opbouw van de oefentekst

Inleiding: uitspraak

Middenstuk + slot: extra uitleg over de uitspraak in de inleiding

Het begrijpen van de tekst

Tips:

- Vat de tekst samen in je hoofd.

- Lees de eerste en de laatste zin van de alinea goed door.

- Check of je moeilijke woorden begrijpt.

Vat de tekst in eigen woorden samen in 3 zinnen.

Samenvatting Tony Chocolonely

Tony Chocolonely wil dat er strengere regels komen voor de cacao-industrie. Ze doen dat door het namaken van wikkels van bekende chocolademerken, zodat zij zullen gaan samenwerken met Tony. 

Het doel is het aanpakken van kinderarbeid en slavernij.

Wat is het doel van de tekst?

1. informeren
2. overhalen tot handelen
3. overtuigen
4. amuseren

Wat voor soort tekst is dit?

1. een ingezonden brief
2. een betoog
3. een gebruiksaanwijzing
4. een nieuwsbericht

Nederlands 3 juni

Lezen en luisteren:

- mening van de schrijver herkennen/toon van de tekst

- argumenten in de tekst

Toon van de tekst

- serieus/zakelijk

- sarcastisch

- positief/negatief

-> woordgebruik

-> aanhalingstekens, sarcastische uitdrukkingen/vergelijkingen

Onderwerpen waar je het mee eens/oneens kan zijn

Argumenten

Tegenargumenten - weerlegging

Mening van de schrijver

Onderwerpen waar je het mee eens/oneens kan zijn

Argumenten

Tegenargumenten - weerlegging

Oefening

Lees tekst 1 en maak alle woorden/zinnen waarin de schrijfster haar mening geeft rood.

Wat vindt de schrijfster van de keuze van Matthijs de Ligt?

1. Ze vindt dat hij baas is over zijn eigen lichaam.
2. Ze vindt dat hij zich wel meteen had moeten laten vaccineren.
3. Ze vindt het slecht dat hij zich alsnog laat vaccineren.

Welke argumenten voert de schrijfster aan om voetballers wel te laten vaccineren?

1. uit groepsbelang
2. omdat ze heel bekend zijn (voorbeeldrol)
3. om zichzelf te beschermen
4. om het imago van de voetbalwereld te verbeteren

Lees tekst 2.

Wat is de mening van de schrijver?

1. Hij vindt dat alle weggebruikers zich slecht gedragen.
2. Hij vindt dat er een nieuw strafsysteem moet komen voor overtreders van verkeersregels.
3. Hij vindt dat te veel mensen verkeersregels overtreden.

Welke argumenten geeft hij voor zijn mening? Er zijn twee antwoorden goed.

1. Eindelijk komt de overheid met zware straffen.
2. Iedereen heeft last van wat deze mensen doen.
3. Hopelijk doet de overheid nu eens wat zij belooft.
4. Uit de cijfers blijkt dat een paar duizend mensen verantwoordelijk zijn voor 6 procent van alle ongelukken.

De schrijver geeft zijn mening, maar ook een aantal feiten. Wat is geen feit?

1. In het nieuwe strafsysteem worden de straffen steeds hoger.
2. Het is hoog tijd dat een nieuw strafsysteem wordt ingevoerd.
3. VVD en PvdA willen een nieuw strafsysteem voor verkeersovertreders.
4. Ongeveer 6 procent van alle ongelukken wordt door een paar duizend mensen veroorzaakt.

Wat bedoelt de schrijver met 'halfbakken'?

1. Iets wat bijna klaar is.
2. Iets wat nog niet goed werkt.
3. Iets wat nog niet helemaal gaar is.

Wat bedoelt de schrijver met 'lak hebben aan'?

1. Dit is pas geverfd.
2. Dit rijgedrag leidt tot lakschade aan auto's.
3. Het kan ze niks schelen.