3.3 Lezen les 2

3.3 lezen les 2
Klascode

trofi

H3: Gelijk heb je
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.3 lezen les 2
Klascode

trofi

H3: Gelijk heb je

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

- Je weet wat een betoog is.
- Je kunt objectieve en subjectieve argumenten herkennen.
- Je kunt argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen. 

Slide 2 - Diapositive

Woord van de week

.........

Slide 3 - Diapositive

Start les. 
Nieuw boek:


We lezen samen hetzelfde boek:

Erna Sassen - zonder titel

Wat valt je op aan het boek?


timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk

Opdrachten H3.3:
2,3,4 en 5a

boekje 'Erna Sassen' mee









timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Betogende tekst
In een betogende tekst geeft de schrijver zijn mening. Hij wil de lezer overtuigen dat zijn mening juist is. Hij doet dat door argumenten te gebruiken. 

Indeling:
- Inleiding: schrijver noemt het onderwerp en geeft daar zijn mening over.
- Kern: de schrijver geeft argumenten voor zijn mening.
- Slot: de schrijver trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen.

Slide 6 - Diapositive

Betogende tekst
Tegenargument: 
Schrijver verdiept zich in de argumenten van mensen die het NIET met zijn standpunt eens zijn. Dit argument is een tegenargument van iemand met een andere mening.

Weerlegging (weerleggen, aantonen dat iets niet juist is): 
De schrijver van een betoog benoemt het tegenargument en weerlegt dit vervolgens. Hierdoor wordt het betoog overtuigender. 

Slide 7 - Diapositive

Huiswerk

Opdrachten H3.3:
leestaak 19-25

boekje 'Erna Sassen' mee









timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

Welke informatie uit deze les is over twee jaar nog belangrijk om te weten?

Slide 9 - Question ouverte

Lesdoelen
- Je hebt je boekopdracht van 'Erna Sassen' ingeleverd.
- Je weet wat een betoog is.
- Je kunt objectieve en subjectieve argumenten herkennen.
- Je kunt argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen. 
Klascode trofi

Slide 10 - Diapositive