Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1Gb 42 Plurals + demonstrative pronouns
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Meervoud in het Engels
Slide 4 - Diapositive
Hoe maak je de meervoudsvorm?
Stam+s
Books, bags, roads, gitars
Slide 5 - Diapositive
Hoe maak je de meervoudsvorm?
stam die eindigt op ‑s, -ss, -sh, -ch, -x, or -z?
stam+es
fox > foxes
bus > buses
Lunch > lunches
Slide 6 - Diapositive
Maak er meervoud van: Cat
A
catten
B
cats
C
cat's
D
cates
Slide 7 - Quiz
Maak er meervoud van: House
A
Houss
B
hous's
C
houses
D
housses
Slide 8 - Quiz
Maak er meervoud van: Dress
A
Dress
B
Dresss
C
Dress's
D
Dresses
Slide 9 - Quiz
Maak er meervoud van: box
A
Boxes
B
Boxs
C
Box's
D
box
Slide 10 - Quiz
Maak er meervoud van: wish
A
whishes
B
wishes
C
wishs
D
wish's
Slide 11 - Quiz
Hoe maak je de meervoudsvorm?
Woorden die eindigen op een medeklinker +y krijgen -ies
Hobby -> Hobbies en Baby ->Babies
Woorden die eindigen op f of fe krijgen -ves
Life -> Lives en Scarf -> Scarves
Slide 12 - Diapositive
Hoe maak je de meervoudsvorm?
Woorden die eindigen op een -o krijgen meestal -s maar soms ook -es.
video -> videos of tomato -> tomatoes
Slide 13 - Diapositive
Onregelmatig in het meervoud
Child - children
person - people
man - men
woman - women
tooth - teeth
Slide 14 - Diapositive
Sommige woorden zijn altijd in het meervoud
Glasses
jeans
pyjamas
Slide 15 - Diapositive
this, that, these, those
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Wanneer gebruik je: This?
A
1 ding dichtbij
B
1 ding ver weg
C
Meerdere dingen dichtbij
D
meerdere dingen ver weg
Slide 18 - Quiz
Wanneer gebruik je: That?
A
1 ding dichtbij
B
1 ding ver weg
C
meerdere dingen dichtbij
D
meerdere dingen ver weg
Slide 19 - Quiz
Wanneer gebruik je: These?
A
1 ding dichtbij
B
1 ding ver weg
C
meerdere dingen dichtbij
D
meerdere dingen ver weg
Slide 20 - Quiz
Wanneer gebruik je: Those?
A
1 ding dichtbij
B
1 ding ver weg
C
meerdere dingen dichtbij
D
meerdere dingen ver weg
Slide 21 - Quiz
enkelvoud enkelvoud
meervoud meervoud
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
1Gb rep: Meervoud+ demonstrative pn & new: clock
Octobre 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Plurals and demonstrative pronouns
Novembre 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
14-11 H1C
Novembre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1Ma Week 41 A/An + Meervoud
Octobre 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling les 5: samengestelde woorden
Février 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1MH3: Final Grammar Recap Unit 2
Janvier 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Proefles Meervoud op -en/-s/'s, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
16 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Meervoudsvormingen
Juin 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Secondary Education