Nominativ, Akkusativ. Dativ

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Lernziele

Ik kan de Der- en Eingruppe en de Personalpronomen in de juiste vorm toepassen

Ik kan met het vwo stappenplan werken

die Teile

Teil I: de vormen

Teil II: het stappenplan

Teil III: die Personalpronomen

Teil IV: de Der- und Eingruppe

Teil I

de vormen

Akkusativ: welk deel van de zin wordt hiermee bedoeld?

Dativ: welk deel van de zin wordt hiermee bedoeld?

Nominativ: welk deel van de zin wordt hiermee bedoeld?

Welk antwoord is op jou van toepassing?

1. Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
2. Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
3. Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
4. ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Teil II

Het stappenplan

Het stappenplan heet de vwo methode. Waar staat vwo voor?

Klassevraag (iemand krijgt een beurt)

Leg uit wat de bedoeling is van het stappenplan

Welk antwoord is op jou van toepassing?

1. Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
2. Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
3. Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
4. ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Teil III

die Personalpronomen

Wann hast du (haar)........ gesehen?

1. ihr
2. sie
3. Sie
4. ihnen

Stappenplan

Stap 1: Voorzetsel voor 'haar'? Nee

Stap 2: bijzonder werkwoord in de zin? Nee

Stap 3: ontleden: haar is lijdend voorwerp

Wie gefällt es (jou)........ hier?

1. du
2. dich
3. dir

Stappenplan

Stap 1: voorzetsel voor 'jou'? Nee

Stap 2: bijzonder werkwoord? Ja, gefallen = Dativ

Dativvorm van jou =  dir

Soll ich mich bei (u) ....... für die Tour anmelden?

1. Sie
2. ihr
3. Ihnen
4. euch

Stappenplan

Stap 1: voorzetsel voor 'u'? Ja, bei = Dativ

Dativvorm van u = Ihnen

Welk antwoord is op jou van toepassing?

1. Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
2. Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
3. Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
4. ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Teil IV

Der- und Eingruppe

Klassevraag: iemand krijgt de beurt

Welke woordjes horen bij de Dergruppe (woordjes die op dezelfde manier worden vervoegd als der, die, das)?

Dergruppe

welch- = welke

solch- = zulke

dies- = deze

manch- =  sommige

jed- = iedere/elke

Klassevraag: iemand krijgt de beurt

Welke woordjes horen bij de Eingruppe?

Eingruppe

Ein, kein en alle bezittelijke voornaamwoorden: 

mein = mijn         unser = onze

 dein = jouw      euer = jullie

sein = zijn     ihr = hun

ihr = haar        Ihr = uw  

ihr = haar 

Ich würde (het)....... Konzert (o) von Sido gerne besuchen.

1. das
2. der
3. dem
4. den

Stappenplan

Stap 1: vooorzetsel voor 'Konzert'? Nee

Stap 2: bijzonder werkwoord in de zin? Nee

Stap 3: ontleden = lijdend voorwerp 

Konzert = onzijdig = das 

Akkusativvorm = das

Wir kommen ohne (een) ......... Stadtplan (m) nicht nach Hause.

1. ein
2. einem
3. einer
4. einen

Stappenplan

Stap 1: voorzetsel voor 'Stadtplan'? Ja, ohne = Akkusativ

Stadtplan = der/ein

Akkusativvorm van ein = einen

(Hun) ....... Hefte sind schon wieder liegen geblieben.

1. Ihrem
2. Ihrer
3. Ihre
4. Ihren

Stappenplan

Stap 1: voorzetsel voor 'hun'? Nee

Stap 2: bijzonder werkwoord? Nee

Stap 3: ontleden = Nominativ = Ihre (hoofdletter begin van de zin + meervoud)

(Ihre hoort bij de Eingruppe)

Welk antwoord is op jou van toepassing?

1. Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
2. Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
3. Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
4. ik snap het (en kan het anderen uitleggen)