BVJ thema 4 KGT Herhaling basisstof 1 t/m 4

Herhaling
Thema 4 KGT herhaling basisstof 1 t/m 4

1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling
Thema 4 KGT herhaling basisstof 1 t/m 4

Slide 1 - Diapositive

Geslachts-kenmerken
Kenmerken waaraan je het geslacht kunt herkennen.

- primaire geslachtskenmerken
- secundaire geslachtskenmerken

Slide 2 - Diapositive

Primaire geslachtskenmerken
Bij een jongetje
- penis en balzak

Bij een meisje
- vulva (schaamlippen en opening van de vagina)

Intersekse (m/v)
Bij de geboorte

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat veranderd er in de pubertijd?
Man & Vrouw

Slide 5 - Carte mentale

Voortplantings-
stelsel vrouw
eicellen
geslachtscellen
in eierstokken

eisprong/ovulatie

Slide 6 - Diapositive

Kan twee á drie dagen duren.

Soms een week
Eens in de 28 dagen
Eerste menstuatie
tussen 
10 en 16 jaar

Slide 7 - Diapositive

De menstruatiecyclus

Slide 8 - Diapositive

nr. 2
is
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 9 - Quiz


nr. 5
A
Vagina
B
Eierstok
C
Eileider
D
Urineblaas

Slide 10 - Quiz

Worden eicellen gemaakt in de eierleiders of in de eierstok?

A
eierleiders
B
eierstok

Slide 11 - Quiz

Bevruchting vindt plaats in de..
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 12 - Quiz

Voortplantingsstelsel man

Slide 13 - Diapositive

Zaadlozing

Slide 14 - Diapositive

Erectie
(een stijve)

Slide 15 - Diapositive

Sperma
Bestaat uit:
  • zaadcellen (100-400M)
  • voedingsstoffen
  • vocht uit zaadblaasjes en prostaat

Slide 16 - Diapositive

sperma
zaadcel

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

wat is de juiste volgorde van zaadcellen?
A
teelbal, bijbal zaadleider
B
bijbal, zaadleider
C
zaadleider, teelbal, bijbal
D
teelbal, zaadleider, bijbal

Slide 19 - Quiz

Bs. 4

Slide 20 - Diapositive

Orgasme bij een vrouw
Door te wrijven over de clitoris kan een vrouw een orgasme krijgen.

Een ander woord voor orgasme is klaarkomen. 
Masturberen
Zelfbevrediging
Vingeren

Slide 21 - Diapositive

Seksualiteit
gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lustbeleving en voorplanting

Slide 22 - Diapositive

lustbeleving
  • vrijen/geslachtgemeenschap/seks
  • pornografie = seksueel opgewonden raken van foto's en films ( - de meeste porno geeft geen goed beeld )
  • prostituee= heeft tegen betaling seks met een klant

Slide 23 - Diapositive

seksuele voorkeur


heteroseksueel
homoseksueel
biseksueel
LHBTIQAPC
----------------------------------------
transgender
transeksueel
travestiet
androgyn

Slide 24 - Diapositive

LHBTIQAPC
Lesbisch: Een vrouw die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot vrouwen
Homoseksueel: Een man die zich emotioneel/fysiek aangetrokken voelt tot mannen
Biseksueel: Een man of vrouw die zich zowel emotioneel als fysiek aangetrokken voelt tot mannen als vrouwen
Transgender: parapluterm voor mensen die zich niet identificeren met het bij geboorte toegekende geslacht
Intersekse conditie: een parapluterm voor aangeboren condities waarbij het geslacht verschilt van wat medici als norm beschouwen voor mannen- en vrouwenlichamen. Er zijn veel verschillende intersekse-condities
Queer: Mensen die hun seksuele voorkeur liever niet in een hokje plaatsen. Iemand die queer is wil zich dus liever niet identificeren als lesbisch, hetero, biseksueel of panseksueel
Aseksueel: Mensen die zich niet seksueel aangetrokken voelen tot anderen
Panseksueel: Mensen die zich aangetrokken voelen tot alle genderidentiteiten en biologische geslachten. Ze vallen dus niet op geslacht, maar op het karakter of de persoonlijkheid van de ander
Cisgender: Mensen bij wie het geboortegeslacht overeenkomt met de ervaren genderidentiteit

Slide 25 - Diapositive

gender en geslacht

Slide 26 - Diapositive

Intimiteit en ongewenste intimiteit

Slide 27 - Diapositive

Het deel van de penis en van de clitoris dat gevoelig is voor seksuele prikkels, is de ...
Door seksuele prikkels kan iemand een lekker gevoel krijgen. Dit heet klaarkomen of een ...
Als iemand er zelf voor zorgt dat hij klaarkomt, heet dit zelfbevrediging of ...
Lustbeleving, intimiteit en voortplanting zijn functies die horen bij ...
Foto’s, films of teksten met het doel iemand seksueel te prikkelen, noem je ...
Sleep de juiste woorden in.
porno
orgasme
eikel
masturbatie
seksualiteit

Slide 28 - Question de remorquage

Manieren om wensen en grenzen aan te geven
  • Praat met elkaar over wat je wel en niet wilt
  • Laat zonder woorden merken wat je wel of niet wilt. Door bv iemands hand te sturen.
  • Zeg het duidelijk als je iets niet wilt. "Ik vind dit niet fijn".
  • Zeg erbij wat de ander moet doen. "Ik wil dat je hiermee stopt".

Slide 29 - Diapositive

Welke bewering over gender is juist?
A
Gender bestaat uit eigenschappen en gedragingen.
B
Gender geeft aan wat je seksuele oriëntatie is.
C
Gender is hetzelfde als het geslacht dat je hebt.

Slide 30 - Quiz

op beide geslachten
op het andere geslacht
op hetzelfde geslacht
op mensen
op niemand
Je seksuele oriëntatie zegt iets over op wie je verliefd kunt worden.

Kies de juiste naam bij elke groep.
biseksueel
panseksueel
homoseksueel
heteroseksueel
aseksueel

Slide 31 - Question de remorquage

Slide 32 - Vidéo

Anticonceptiemiddelen

Slide 33 - Carte mentale

Anticonceptie (voorbehoedsmiddelen)

Slide 34 - Diapositive

Coitus Interruptus

Terugtrekken voor de zaadlozing

Voorvocht bevat ook zaadcellen

Slide 35 - Diapositive

bevruchting
Bevruchting

Slide 36 - Diapositive

bevruchting

Slide 37 - Diapositive

Zwangerschap
  • Het embryo is met de navelstreng verbonden aan de placenta (moederkoek)
  • Vruchtvliezen en vruchtwater beschermen het embryo
  • Ieder hun eigen bloedsomloop

Slide 38 - Diapositive

Wanneer vindt de innesteling plaats?
A
Voor de bevruchting
B
Tijdens de bevruchting
C
Na de bevruchting

Slide 39 - Quiz

PREnataal onderzoek

Slide 40 - Diapositive

Niet Invasieve Prenatale Test
Er wordt bloed 
afgenomen
bij de moeder
Geen risico op 
miskraam
(NIPT)

Slide 41 - Diapositive

Bij welke test wordt bloed afgenomen?

A
NIPT
B
Vruchtwaterpunctie
C
Vlokkentest

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Vidéo

Bevalling

Slide 44 - Diapositive

Ontsluiting
De eerste verschijnselen van de bevalling zijn meestal de weeën. Hierbij trekken de spieren in de baarmoederwand zich met tussenpozen samen. 

Tijdens de weeën worden de baarmoederhals en baarmoedermond wijder (zie afbeelding 1). Dat heet de ontsluiting. Hierbij breken meestal de vruchtvliezen, waardoor het vruchtwater via de vagina wegvloeit. 

Slide 45 - Diapositive

Uitdrijving
Bij een normale bevalling komt eerst het hoofdje naar buiten. 

Slide 46 - Diapositive

Ligging van de baby
  1. Bij een stuitligging komt eerst het kontje of een voetje naar buiten. 
  2. Bij een dwarsligging kan het kind niet via de vagina worden geboren. Door een operatie via de buikwand (keizersnede) komt het kind ter wereld. Ook bij een stuitligging wordt het kind vaak geboren via een keizersnede. Een dwarsligging komt niet vaak voor.

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Diapositive

Nageboorte
De placenta, de resten van de navelstreng en de vruchtvliezen worden door samentrekkingen van de baarmoederwand losgewoeld. 

Ze worden ongeveer een kwartier na de baby uitgedreven. Dit noem je de nageboorte

Slide 50 - Diapositive