Kijken en luisteren - tekstbegrip karnemelk (KB - 2012)

Kijken en luisteren - Tekstbegrip 2012 KB
  Je gaat kijken en luisteren naar een aflevering van de Keuringsdienst van Waarde.

Pak een laptop en start deze vast op.
Leg pen en papier klaar voor het maken van aantekeningen.
 
timer
5:00
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kijken en luisteren - Tekstbegrip 2012 KB
  Je gaat kijken en luisteren naar een aflevering van de Keuringsdienst van Waarde.

Pak een laptop en start deze vast op.
Leg pen en papier klaar voor het maken van aantekeningen.
 
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

1. Waar gaat deze aflevering van de Keuringsdienst van Waarde over?
A
Over hoe karnemelk gemaakt wordt.
B
Over waarom zure melk niet hetzelfde is als karnemelk.
C
Over waarom karnemelk zuur is.

Slide 3 - Quiz

2. Lisette maakt 'echte', ambachtelijke karnemelk. Waarom is haar karnemelk echt?
A
Omdat ze verse melk gebruikt bij het bereiden van karnemelk.
B
Omdat ze een karn gebruikt bij het bereiden van karnemelk.
C
Omdat ze een oud recept gebruikt voor het bereiden van karnemelk.

Slide 4 - Quiz

3. Hoe maakt karnemelkfabrikant Alexander karnemelk?
A
Door melk van andere dieren dan koeien te bewerken.
B
Door het toevoegen van een zuursel aan afgeroomde melk.
C
Door boter op een speciale manier te behandelen.

Slide 5 - Quiz

4. Waarom stopt Hendri zijn bacteriën in de diepvries?
A
Om ze onschadelijk te maken.
B
Om ze langer te kunnen bewaren.
C
Om ze onder controle te houden.

Slide 6 - Quiz

5. Waarvoor zijn de bacteriën die Hendri verkoopt bedoeld?
A
Om van gewone melk karnemelk te maken.
B
Om karnemelk een speciale smaak te geven.
C
Om karnemelk extra gezond te maken.

Slide 7 - Quiz

6. Wat is volgens karnemelkfabrikant Alexander het verschil tussen fabriekskarnemelk en boerenkarnemelk?
A
Fabriekskarnemelk is lekkerder dan boerenkarnemelk
B
fabriekskarnemelk is makkelijker te maken dan boerenkarnemelk
C
fabriekskarnemelk is langer houdbaar dan boerenkarnemelk

Slide 8 - Quiz

7. Wat zegt karnemelkmaker Lisette over de melk die je overhoudt na het karnen?
A
Die is lekkerder dan voor het karnen.
B
Die wordt vanzelf nog wat zuurder.
C
Die moet je snel verpakken.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Lien

8. Kun je volgens bacteriehandelaar Hendri het verschil proeven tussen karnemelk van de boer en die uit de supermarkt?
A
Nee, daar proef je geen verschil tussen.
B
Ja, dat kunnen deskundigen zoals hij we proeven.
C
Ja, dat kan iedereen duidelijk proeven.

Slide 11 - Quiz

9. Wat zeggen bacteriehandelaar Hendri en karnemelkmaker Lisette over aangezuurde ondermelk?
A
Dat zorgt voor de kenmerkende smaak van karnemelk.
B
Dat is wat karnemelk uit de fabriek eigenlijk is.
C
Die gebruiken ze bij het maken van boerenkarnemelk.

Slide 12 - Quiz

10. Hoe smaakt volgens Lisette boerenkarnemelk in vergelijking met karnemelk uit de fabriek?
A
Boerenkarnemelk smaakt minder zuur dan karnemelk uit de fabriek.
B
Boerenkarnemelk smaakt verser dan karnemelk uit de fabriek.
C
Boerenkarnemelk smaakt wateriger dan karnemelk uit de fabriek.

Slide 13 - Quiz

11. Presentator Daan vindt dat de karnemelk van Alexander gaan karnemelk mag heten. Hoe reageert Alexander daarop?
A
Hij ontwijkt de vraag van Daan, omdat hij zich er ongemakkelijk door voelt.
B
Hij geeft Daan gelijk, maar zegt dat het nu eenmaal karnemelk heet.
C
Hij geeft Daan ongelijk en legt uit waarom het niet anders kan heten.

Slide 14 - Quiz

12. Lisette wast de laatste boterkorrels in de karn met water. Wat doet ze met de karnemelkresten die daarbij overblijven?
A
Die voegt ze toe aan de karnemelk.
B
Die gooit ze weg.
C
Daarmee maakt ze een waterige variant van karnemelk.

Slide 15 - Quiz

13. Waarom voegt de fabriek water toe aan de karnemelk volgens Alexander?
A
Omdat melkzuurbacteriën water nodig hebben.
B
Omdat men dat vroeger ook al deed.
C
Omdat dat van de wet moet.

Slide 16 - Quiz

14. Op een bepaald moment verspreekt Alexander zich. Welke fout maakt hij?
A
Hij zegt dat de fabriek vroeger wel karnemelk maakte.
B
Hij zegt dat de fabriek eigenlijk geen lekkere karnemelk maakt.
C
Hij zegt dat voor de fabriek winst belangrijker is dan kwaliteit.

Slide 17 - Quiz

15. Hoe reageert Lisette op de vraag van Marijn of zij blind het verschil tussen boerenkarnemelk en fabriekskarnemelk zou kunnen proeven?
A
Ze weet zeker dat ze het verschil kan proeven.
B
Ze twijfelt, maar denkt dat ze het verschil wel kan proeven.
C
Ze denkt niet dat ze het verschil kan proeven.

Slide 18 - Quiz

16. Wat vindt Alexander van het toevoegen van water aan de karnemelk uit de fabriek?
A
Hij vindt dat de karnemelk er gezonder van wordt.
B
Hij vindt dat mensen daarmee misleid worden.
C
Hij vindt dat de karnemelk er lekkerder van wordt .

Slide 19 - Quiz

17. Lisette en Hendri proeven blind boerenkarnemelk en karnemelk uit de fabriek. Wat valt op bij deze tests?
A
Dat ze beiden het verschil niet kunnen proeven.
B
Dat ze het verschil heel goed kunnen proeven.
C
Dat het lastiger is dan ze dachten om het verschil te proeven.

Slide 20 - Quiz

18. Hoe kun je de houding van de presentatoren van dit programma het best omschrijven?
A
Ze zijn eigenwijs.
B
Ze zijn nieuwsgierig.
C
Ze zijn arrogant.

Slide 21 - Quiz

Evaluatie
Wat heb je deze les geleerd?

Wat ging deze les goed?

Wat kan beter?

Slide 22 - Diapositive

Afronden


Plaats op aanwijzing van de docent
de laptop weer netjes terug in de kar zodat deze 
weer opgeladen kan worden.





timer
5:00

Slide 23 - Diapositive