1 - ontwikkelen (nature-nurture-mensvisies)




Ontwikkeling en pedagogisch handelen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
OphSecundair onderwijs

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon




Ontwikkeling en pedagogisch handelen

Slide 1 - Diapositive

Blz. 10 casus
Hebben opvoeders een invloed op wie je wordt als volwassene?

Slide 2 - Question ouverte

Wie/wat kan een invloed hebben op de persoon die je wordt?

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent 'ontwikkelen' voor jou?

Slide 4 - Question ouverte

'Ontwikkelen doe je levenslang'
Ja of nee?
Waarom?

Slide 5 - Carte mentale

Geef minstens 3 voorbeelden waarin je aantoont dat je levenslang ontwikkelt.

Slide 6 - Question ouverte

Metafoor ijsberg
                                   Psychologie
uiterlijk waarneembaar GEDRAG
innerlijk gedrag = GEESTELIJKE PROCESSEN
FYSIOLOGISCH gedrag
MENTAAL gedrag
Vb. beweging, lopen, praten...
Vb. hersenscan
Vb. dromen, denken, verlangen...

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 5 p. 13: Psychologie is...

Slide 8 - Diapositive

Joris slaat op de leefgroep met pannen omdat hij boos is. Hij moet immers voor de koken en vindt dat niet leuk!

Wat zit ONDER de ijsberg van gedrag?
A
met pannen slaan
B
zijn gevoel dat hij voor de zoveelste keer moet koken terwijl hij dit niet leuk vindt

Slide 9 - Quiz

Blz. 19-Wat denk jij? Is gedrag vooral aangeboren of aangeleerd? Waarom denk je dat?

Slide 10 - Question ouverte

Is gedrag volgens jou aangeboren (erfelijkheid) of aangeleerd (opvoeding)?
A
aangeboren (nature)
B
aangeleerd (nurture)

Slide 11 - Quiz

Er is discussie over of gedrag aangeboren (nature) of aangeleerd (nurture). Dit noemt men het nature-nurture-debat.

NATURE: nadruk op aangeboren kenmerken; alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg (genetisch)
 vb.  voetbaltalent, seksuele voorkeur

NURTURE: nadruk op aangeleerd gedrag; alle eigenschappen van het individu worden bepaald door opvoeding, voornamelijk door de naaste leefomgeving
vb. leren muziek spelen, rechts leren schrijven

Slide 12 - Diapositive

Noem voorbeelden van jouw eigenschappen die zijn aangeboren.

Slide 13 - Carte mentale

Noem voorbeelden van jouw eigenschappen die zijn aangeleerd.

Slide 14 - Carte mentale

Nature - nurture
Veel onderzoek rond het bepalen van gedrag en rond nature-nurture wordt gedaan bij tweelingen.
We gaan dadelijk:
- een kort filmpje bekijken
- een artikel lezen en de daarbijhorende opdracht maken (opdracht 7 p. 16-17)
- daarna maken we hier nog enkele vragen samen

Slide 15 - Diapositive

Het spreken van taal is...
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 16 - Quiz

Goed kunnen schaken is...
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 17 - Quiz

Mowgli uit The Jungle Book...
1. Lees eerst de vragen op p. 17 (A t/m E).
2. Kijk naar het fragment en vul de 
antwoorden in.
3. Bespreek klassikaal.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Zelfbepaling
  1. Nature
  2. Nurture
  3. Zelfbepaling = elke persoon heeft het recht eigen keuzes te maken afhankelijk van zijn eigen voorkeuren en interesses. 

Slide 20 - Diapositive

Imani is blind geboren
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling

Slide 21 - Quiz

Ik groei op in een pleeggezin
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling

Slide 22 - Quiz

Merel knipt haar haar kort, ondanks dat haar ouders liever lang haar zien
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling

Slide 23 - Quiz

Drie mensvisies bekeken vanuit de zorg:
 
1 Holistische mensvisie: kijk naar de verschillende aspecten van de mens. Een individu is een geheel van verschillende delen: fysiek, mentaal, sociaal en spiritueel. Dit betekent dat je leefwijze, emotionele toestand, erfelijke factoren en je omgevingsfactoren deel uitmaken van wie je bent en hoe je voelt.
 
2. Emancipatorische mensvisie: de mens verantwoordelijk voor het maken van de eigen beslissingen. Je bent in staat om je eigen gevoelens en gedachten te verwoorden.

3. Dynamische mensvisie: een mens is een individu met groeikansen en mogelijkheden. Je geeft jezelf en de ander de kans om te ontwikkelen, fouten te maken, bij te leren en van mening te veranderen.

Slide 24 - Diapositive

Vroeger speelde je graag met je poppen, samen met je vriendjes. Nu hang je liever rond op het pleintje met je vrienden.
A
Holistische mensvisie
B
Dynamische mensvisie
C
Emancipatorische mensvisie

Slide 25 - Quiz

Kim kan haar jas al heel goed zelf aantrekken, maar de ritssluiting krijgt ze nog niet in elkaar. De juf zet de twee ritshelften in elkaar en Kim mag ze verder dichttrekken. Na een aantal dagen kan Kim het helemaal zelf.
A
Holistische mensvisie
B
Dynamische mensvisie
C
Emancipatorische mensvisie

Slide 26 - Quiz

Een verzorgende beslist samen met de zorgvrager wat ze wil eten.
A
Holistische mensvisie
B
Dynamische mensvisie
C
Emancipatorische mensvisie

Slide 27 - Quiz

Luna gaat voor de eerste keer mee op kamp met de jeugdbeweging. Ze heeft het moeilijk. Sofie de leidster, merkt het op en vraagt haar wat er scheelt. Luna zegt stilletjes: Ik heb zo'n buikpijn. Sofie begrijpt haar en komt haar nog een verhaaltje voorlezen voor ze gaat slapen.
A
Holistische mensvisie
B
Dynamische mensvisie
C
Emancipatorische mensvisie

Slide 28 - Quiz

Deze mensvisie beschouwt de mens als één geheel.
A
holistische mensvisie
B
emancipatorische mensvisie
C
dynamische mensvisie

Slide 29 - Quiz

Het lichamelijke aspect. Alles wat betrekking heeft op de natuurlijke conditie van het lichaam.
A
sociaal
B
fysiek
C
psychisch
D
existentieel

Slide 30 - Quiz