H3 - Jeudi 8 avril 2021

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Aujourd'hui

• Réviser: het bijvoeglijk naamwoord
• Grammaire II - corriger ex. 16A

1. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

2. Een bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

1. waar
2. niet waar

3. Welke letter(s) zet je achter een bijvoeglijk naamwoord wat hoort bij een mannelijk zelfstandig naamwoord (ev) ?

4. Welke letter(s) zet je achter een bijv. nw. wat hoort bij een vrouwelijk zn. (ev)?

5. Welke letter(s) zet je achter een bijv. nw. wat hoort bij een mannelijk zn. (mv)?

6. Welke letter(s) zet je achter een bijv. nw. wat hoort bij een vrouwelijk zn. (mv)?

7. In het Frans komt het bijvoeglijk naamwoord ... het zelfstandig naamwoord.

1. voor
2. achter

Maar: 

Er zijn uitzonderingen! Deze bijvoeglijke naamwoorden komen vóór het zelfstandig naamwoord te staan. 

beau - bon - joli

grand - long - petit

jeune - vieux - nouveau

gros - mauvais - haut 

seul - autre - premier (dernier) 

Er zijn ook uitzonderingen voor de vorm: 

Zet de bijvoeglijke naamwoorden in de juiste vorm. Let op, dit zijn uitzonderingen!

1. une _______ maison (beau)

2. des _________ filles (vieux, v. mv.)

3. une fille __________ (sportif)

4. les routes ______________ (dangereux, v. mv.)

5. une _________ élève (bon)

Ex. 16A

Verbeter opdr. 16A aan de hand van de informatie die je net hebt gekregen. De docent geeft aan of je resultaten gewist zijn of niet. 

Devoirs 

Mardi 13 avril:

• Faire ex. 12, 13, 14 (online, par. 5.4)
• L. app. 4 (F-N)