10.1 Opgroeien

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

10.1 Opgroeien

Leerdoelen

- Je leert welke levensfasen er zijn

- Je leert hoe je verandert tijdens je leven.

- Je leert hoe je groeit;

Levensfasen

Levensfasen zijn perioden in een mensenleven waarin je lichamelijk en geestelijk verandert.

De levensfasen zijn: 

- Baby (0-1,5 jaar)

- Peuter (1,5-4 jaar)

- Kleuter (4-6 jaar)

- Kind (6-12 jaar)

- Puber (12-17 jaar)

- Jongvolwassene (17-21 jaar)

- Volwassene (21-60 jaar) 

- Oudere (60 jaar en ouder)

Baby

Peuter

Kleuter

(school)kind

Puber

Jongvolwassene

Volwassene

Oudere

Ontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling: verandering van je lichaam en daarmee verandering van wat je kunt: langer, zwaarder, lopen, fietsen

Geestelijke ontwikkeling:  verandering van je hersenen en daarmee verandering van je denken;  wie je bent, waar hoor je bij?

Wat is NIET een voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling?

1. Dingen vast kunnen pakken
2. Sterkere spieren krijgen
3. Leren praten
4. Kunnen lopen

Waardoor verander je?

Je lichaam verandert door hormonen

Hormonen zijn regelstoffen die berichten doorgeven.

Waardoor verander je?

Hormonen worden gemaakt door hormoonklieren.

De belangrijkste is de hypofyse; maakt hormoon waardoor je gaat groeien en waardoor je in de puberteit komt.

Waardoor verander je?

Hypofyse geeft hormonen af aan het bloed

Hormonen gaan naar alle organen, maar werken alleen op de plek waar het nodig is

Hypofyse

Hormoon

Hormoon

Bloed

Hoe groei je?

Cellen in organen gaan zich delen

Dat heet celdeling

Daarna gaan de cellen groeien

Dat heet celgroei

Celdeling en celgroei wordt geregeld door het groeihormoon

Stel je hebt 1 cel. Deze cel deelt zich elke 10 minuten. Hoeveel cellen heb je dan na 1 uur?

Celdeling wordt geregeld door groeihormoon

Groeispurt

In de puberteit worden er veel groeihormonen aangemaakt.

Daardoor groei je een tijdje sneller --> groeispurt

Extra - Groeischijven 

In de uiteinden van lange botten zitten groeischijven van kraakbeen. 

In de groeischijven delen de cellen zich, waardoor de botten langer worden.

Je stopt met groeien als de groeischijven van kraakbeen hard en stevig worden (=verkalken)

Aan het werk

Hoofdstuk 10. Je verandert

Paragraaf 10.1 Opgroeien

Maken opdracht 1 t/m 14 (blz. 9 t/m 15) + zelf samenvatten + test jezelf