2.5 geboorte

2.5 geboorte
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.5 geboorte

Slide 1 - Diapositive

vorige lessen
Wat weet je nog?

Slide 2 - Diapositive

Wat is de functie van nummer 6?
A
Zaadcellen produceren
B
zaadcellen opslaan
C
Zaadcellen vervoeren
D
vocht toevoegen aan de zaadcellen

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je nummer 5 en wat is zijn functie?

Slide 4 - Question ouverte

Uit hoeveel zaadcellen en eicellen is eeneiige tweeling ontstaan?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe kan het dat een eeneiige tweeling geen broer en zus zijn?

Slide 6 - Question ouverte

In welk deel van het lichaam vindt dit proces plaats?

Slide 7 - Question ouverte

Wat gebeurd er bij bevruchting?
A
de kernen versmelten van eicel en zaadcel
B
zaadcel dringt de eicel binnen.
C
celmembraan wordt ondoordringbaar
D
Eicel komt uit de eileider vrij

Slide 8 - Quiz

Wat is nummer 3?
A
eierstok
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 9 - Quiz

Met welk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel is het orgaan met nummer 1 te vergelijken?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor eisprong?

Slide 11 - Question ouverte

Hoeveel dagen heeft een menstruatiecyclus gemiddeld?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe heet het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
testosteron
B
gele lichaam
C
oestrogeen
D
ovulatie

Slide 13 - Quiz

Wat gebeurt er met de menstruatie als een vrouw zwanger is?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de functie van de placenta?

Slide 15 - Question ouverte

Wanneer wordt het embryo een foetus?
A
vanaf tweede maand
B
vanaf de derde maand
C
vanaf de vierde maand
D
vanaf de vijfde maand

Slide 16 - Quiz

leerdoelen

 Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.

Slide 17 - Diapositive

Bevalling
De geboorte van een baby gaat in vijf stappen:

indaling
ontsluiting
breken van de vruchtvliezen
uitdrijving
nageboorte

Slide 18 - Diapositive

De indaling
begint vaak een paar weken voor de bevalling. Hierbij zakt het hoofdje van de foetus naar beneden

Slide 19 - Diapositive

Ontsluiting 
- De bevalling begint met weeën. 
- Tijdens de weeën worden de baarmoederhals en baarmoedermond wijder. 
- Opening v/d ontsluiting moet groot genoeg zijn voor het hoofdje (10cm)

Slide 20 - Diapositive

Breken van de vruchtvliezen 
- Bij ontsluiting breken meestal de vruchtvliezen. 
- Het vruchtwater komt voor een deel naar buiten. 

Slide 21 - Diapositive

Uitdrijving 
- weeën worden krachtiger. 
- spieren in de buikwand trekken samen. 
- met deze persweeën wordt de baby naar buiten geperst.

Slide 22 - Diapositive

Na de geboorte
- Huilen = teken van ademen
- navelstreng wordt afgeknipt, litteken ontstaat (de navel).
- ongeveer kwartier na de geboorte ontstaan naweeën. 
- Placenta, rest v/d navelstreng en vruchtvliezen via de vagina naar buiten (nageboorte).
- Wordt geregeld door hormonen. 

Slide 23 - Diapositive

Maken
opdracht 1 t/m 6 vanaf blz. 110

Slide 24 - Diapositive

Wat verlaat het lichaam na de geboorte?
A
Vruchtvliezen
B
Resten van navelstreng
C
De baby
D
Placenta

Slide 25 - Quiz

De eerste stap van de geboorte is de ontsluiting
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 26 - Quiz

Wat gebeurt er na de geboorte?
A
De baby gaat terug naar de baarmoeder
B
De baby slaapt voor 24 uur
C
De baby begint met ademen
D
De baby begint te praten

Slide 27 - Quiz

De geboorte van de placenta
A
Uitdrijvingsfase
B
Ontsluitingsfase
C
Nageboortefase

Slide 28 - Quiz

In de afbeelding
zie je de geboorte van een veulen.
Welke stap(pen) van de geboorte hebben al plaatsgevonden bij deze bevalling?
A
Indaling
B
Ontsluiting
C
Uitdrijving
D
Nageboorte

Slide 29 - Quiz