Tips en tricks writing

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2,3

Writing

tips & tricks

Hey Joke,

bij deze de PP voor deze les. Je kunt de les starten door naar "geef les (rode knop)" te gaan. de studenten loggen in en zien jouw PowerPoint. Zij kunnen zo direct meedoen met de quizvragen in deze PP. Als jij een slide doorzet, gebeurt dit bij hen ook. Jij hebt dus de regie, jij bepaalt. Hetzelfde voor de gekozen namen van de studenten, is de naam ongepast? Kick deze persoon dan uit de sessie en vraag opnieuw in te loggen;)

Lesson aims

After today's class, you will : 

• know the most common mistakes in informal/formal emails
• understand how to fill in an application form

Online lessons

😒🙁😐🙂😃

Preparation writing exam

Wat denk jij dat er vaak vaud wordt geschreven tijdens een examen?

Wat gaat hier mis?( 2 fouten)
I love hugging the trees when i was young.

Hoe schrijf je de dagen van de week?

Hoe schrijf je het getal 24?

1. twenty four
2. twentyfour
3. twenty-four
4. Twenty Four

Wanneer gebruik je een een hoofdletter i (I) in een zin?

1. Altijd
2. Alleen als de zin start met de i (I).
3. Dit hangt af van de zin en tijd.
4. Niet wanneer je twee woorden samenvoegt zoals (i'd).

It goes quite good.

During my holydays I work by a supermarket.

I have read it on you're website.

I would fit well in your team.

I have experience to work in an hotel.

I hope to hearing from you soon.

I am going to follow a new study.

It is a though year.

Filling in details

Veel voorkomende woorden op Forms zijn:

1. first name = voornaam
2. surname or family name  = achternaam
3. date of birth = geboorte datum
4. job applied for= baan waarvoor je solliciteert
5. capitals = hoofdletters
6. please tick appropriate box = zet een vinkje in het juiste vakje
7. N/A of n/a = not applicable of not available = niet toepasbaar of niet beschikbaar
8. marital status = zeg of je single, married, in a civil partnership, divorced or separated bent
   
9. for office use only = not to be filled in. This section is completed by the organisation
10. next of kin = naaste familie leden
11. title = mr/mrs/ms/miss
12. postcode of zipcode = postal code
13. nationality = nationaliteit
14. Nederlands= Dutch

Skills/ Work experience

• Skills= vaardigheden
• I am friendly, hard-working, trustworthy, a teamplayer, independent, proficient in ...., a people person, 
• Work experience= werkervaring 
• I am trained to...
• I have experience with...
• I am a trained...

Lesson aims: recap

After today's class, you will : 

• know the most common mistakes in informal/formal emails
• understand how to fill in an application form

Exit ticket: Name one thing you have learned today: