Startrekenen 1F H10 procenten les 3 (rood)

Goedemorgen
Wat gaan we doen vandaag? 
1.Herhaling via een interactieve LessonUp 
2. Uitleg: Percentage uitrekenen
3. Zelfstandig maken H10.3


1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen
Wat gaan we doen vandaag? 
1.Herhaling via een interactieve LessonUp 
2. Uitleg: Percentage uitrekenen
3. Zelfstandig maken H10.3


Slide 1 - Diapositive

Waar hebben we het vorige les over gehad?

Slide 2 - Carte mentale

Van breuk naar procent:
1/5 is ... procent
A
20%
B
15%
C
25%
D
10%

Slide 3 - Quiz

Van breuk naar procent
2/4 is ...
Schrijf het procent
A
40%
B
25%
C
30%
D
50%

Slide 4 - Quiz

Driekwart in procenten=.....
A
0,75
B
3/4
C
75/100
D
75%

Slide 5 - Quiz

Hoeveel procent is dit?
A
50%
B
60%
C
75%
D
80%

Slide 6 - Quiz

Wat is het decimale getal van 96,9 %?
A
96,9
B
9,69
C
0,969
D
0,0969

Slide 7 - Quiz


Van de 100 kinderen zijn 50 kinderen buiten Hoeveel procent is dat?
Procenten!
A
50 %
B
5 %
C
1 %
D
10 %

Slide 8 - Quiz


Van de 100 kinderen zijn 25 kinderen buiten Hoeveel procent is dat?
Procenten!
A
50 %
B
25 %
C
1 %
D
10 %

Slide 9 - Quiz


Van de 100 kinderen zijn 10 kinderen buiten Hoeveel procent is dat?
Procenten!
A
50 %
B
25 %
C
1 %
D
10 %

Slide 10 - Quiz

Startrekenen 1F
Hoofdstuk 10 procenten

Les 3: een percentage uitrekenen

Slide 11 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van deze les:

 - kun jij een hoeveelheid met hulp van een percentage uitrekenen

- een percentage uitrekenen met hulp van een hoeveelheid.



 

Slide 12 - Diapositive

Wat voor sommen kun jij?
Er liggen 30 peren in een schaal. 10% is nog niet rijp.
Hoeveel peren zijn niet rijp?


Er zitten 25 leerlingen in een klas. 5 komen met de fiets. 
Hoeveel procent komt met de fiets?

Slide 13 - Diapositive

De verhoudingstabel
Een hoeveelheid uitrekenen

Als je een hoeveelheid (hoeveel peren, appels, fietsen) uit moeten rekenen, is de verhoudingstabel een prima hulpmiddel.

Met het volgende stappenplan kun je alle sommen waarbij je een hoeveelheid uit moet rekenen maken.


Slide 14 - Diapositive

Stappenplan
Stap 1: vul de woorden in. Bovenste regel altijd voor de "hoeveelheid" (peren, appels, fietsen). 
De onderste regel voor de procenten. 
Je raakt zo nooit in de war!
Hoeveelheid
Procent

Slide 15 - Diapositive

Stap 2
Vul in wat je weet. Dat doe je door de som goed te lezen.
Er liggen 30 peren in een schaal. 10% is nog niet rijp.
Hoeveel peren zijn niet rijp?
30 is het totaal. Het totaal is altijd 100%.
Hoeveelheid
30
Procent
100
10

Slide 16 - Diapositive

Stap 3
Reken uit. Wat is er gebeurd? Wat je boven doet, doe je onder ook!



100 : 10 = 10
30 : 10 = 3
Hoeveelheid
30
3
Procent
100
10

Slide 17 - Diapositive

Stap 4
Geef het antwoord:




3 peren zijn nog niet rijp.
Hoeveelheid
30
3
Procent
100
10

Slide 18 - Diapositive

Samenvatten
Stap 1: Maak een verhoudingstabel. 
vul de woorden in. Boven de hoeveelheid. Onder de procenten.

Stap 2: Vul in wat je weet. Dat doe je door de som te lezen.

Stap 3: Reken de som uit. Wat is er gebeurd?
Stap 4: schrijf het antwoord op. 

Slide 19 - Diapositive

Er liggen 20 appels in een schaal.
20% is rot .
Hoeveel appels rot?

Slide 20 - Question ouverte

50 mensen kopen een nieuwe fiets.
10% is elektrisch. Hoeveel elektrische fietsen zijn verkocht?

Slide 21 - Question ouverte

Er zitten 80 mensen in een bus.
40% is man.
Hoeveel mannen zitten in de bus?

Slide 22 - Question ouverte

Een percentage uitrekenen

Slide 23 - Diapositive

De verhoudingstabel
Een percentage uitrekenen

Als je een percentage (hoeveel procent) uit moeten rekenen, is de verhoudingstabel ook een prima hulpmiddel

Met het volgende stappenplan kun je alle sommen waarbij je een percentage uit moet rekenen oplossen.


Slide 24 - Diapositive

Stappenplan
Stap 1: vul de woorden in. Bovenste regel altijd voor de "hoeveelheid" (peren, appels, fietsen). 
De onderste regel voor de procenten. 
Je raakt zo nooit in de war!
Hoeveelheid
Procent

Slide 25 - Diapositive

Stap 2
Vul in wat je weet. Dat doe je door de som goed te lezen.
Er zitten 25 leerlingen in een klas. 5 komen met de fiets
Hoeveel procent komt met de fiets?
25 is het totaal. Het totaal is altijd 100%
Hoeveelheid
25
5
Procent
100

Slide 26 - Diapositive

Stap 3
Reken uit. Wat is er gebeurd? Wat je boven doet, doe je onder ook!



25 : 5 = 5
100 : 5 = 20
Hoeveelheid
25
5
Procent
100
20

Slide 27 - Diapositive

Stap 4
Geef het antwoord:




20% komt met de fiets
Hoeveelheid
25
5
Procent
100
20

Slide 28 - Diapositive

Een voetbalteam heeft 30 spelers.
3 zijn keeper. Hoeveel % is keeper?

Slide 29 - Question ouverte

Op een schaal liggen 60 broodjes.
15 zijn met kip belegd.
Hoeveel % is met kip belegd?

Slide 30 - Question ouverte

Zijn er andere manieren?

Ja, op blz. 215, 216 en 217 in je boek staat een andere manieren.
Die mag je ook gebruiken als je dat fijner vind.

Gaan we die bespreken?
Nee, want met de manier die is uitgelegd, kun je alles al oplossen.



Slide 31 - Diapositive

Maken
Opdracht 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 op blz. 216,217,218,219220,221.

Klaar? We bespreken het samen
Als je niet klaar bent, kun je een foto van de opdrachten maken en ze thuis afmaken

Slide 32 - Diapositive

Studiemeter
maak de oefening "Een deel van het geheel"

Slide 33 - Diapositive