Procentuele afname en toename: 9.2 afname en toename omrekenen naar procenten

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesregels 
- Telefoons in telefoontas voordat je gaat zitten.
- Tijdens de les ben je stil en doe je mee. Maak je aantekeningen.
- Je stelt vragen door je vinger op te steken.
- Tijdens de les krijg je tijd om je huiswerk te maken. Hiervan zijn de eerste 10 minuten in stilte, daarna mag je fluisteren.
- Altijd je spullen meenemen.
- WC; tijdens de les gaan we zo min mogelijk naar de wc.

Slide 2 - Diapositive

Vak: Rekenen
Hoofdstuk: Procentuele afname en toename
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 3 - Diapositive

1. Lesopening
Open je boek op blz. 225


Huiswerk controle.




Slide 4 - Diapositive

2. Lesdoel 
Aan het einde van de les:
- kun je uitrekenen welk percentage er bij een afname of toename hoort



Slide 5 - Diapositive

3. Mini-check

Slide 6 - Diapositive

Roemjana koopt dit kussen.

Hoeveel procent korting krijgt ze op het kussen?
Rond het antwoord af op hele procenten.
A
33
B
67
C
35
D
64

Slide 7 - Quiz

In 2012 zaten 250 leerlingen op basisschool De Druiventros.
In 2013 kwamen er 25 leerlingen bij.

Met hoeveel procent is het aantal leerlingen van De Druiventros toegenomen in 2013 vergeleken met 2012?

Slide 8 - Question ouverte

Dex koopt de home-cinema-set.

Hoeveel procent korting krijgt Dex op de home-cinema-set? Rond het antwoord af op hele procenten.

Slide 9 - Question ouverte

Wie maakt wat
Had je alle vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag met de opdrachten. 
Jij gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 12 t/m 17 op blz. 226 t/m 228
--> Lees de theorie goed door

De rest doet mee met de instructie

Slide 10 - Diapositive

Afname omrekenen naar procenten
Je kunt uitrekenen welk percentage er bij een afname hoort. Let goed op welke informatie gegeven is! 
Stap 1: 
Reken het oude totaal uit (100%)
Stap 2: 
Reken de procentuele afname uit door: 
afname : totaal x 100% = afname in procenten

Slide 11 - Diapositive

Toename omrekenen naar procenten
Je kunt uitrekenen welk percentage er bij een afname hoort. Let goed op welke informatie gegeven is! 
Stap 1: 
Reken eerst de toename uit.
Stap 2: 
Reken de procentuele toename uit door: 
Maak gebruik van een verhoudingstabel

Slide 12 - Diapositive

Afname omrekenen naar procenten
Je kunt uitrekenen welk percentage er bij een afname hoort. Let goed op welke informatie gegeven is! 
                         Vul het totaal in en zet daaronder 100%. 
                          Reken uit hoeveel de toe of afname is en zet dat in de tabel.
                          Reken via 1 uit wat de toename of afname is in percentages.
Stap 1: 
Stap 2: 
Stap 3: 

Slide 13 - Diapositive

Afname omrekenen naar procenten (voorbeeld)
Honkbalvereniging THV had vorige jaar 400 leden. Dit jaar heeft de honkbalvereniging 460 leden. Met hoeveel procent is het aantal leden toegenomen?
Stap 1: 
Reken eerst de toename uit.
Stap 2: 
Reken de procentuele toename uit door: 
aantal leden
        400
           60
percentage
       100%

Slide 14 - Diapositive

5. Begeleid inoefenen
Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check --> 
Dan maken we samen wat opdrachten.



 

Slide 15 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Jij gaat zelfstandig aan de slag met opdracht 12 t/m 17 op blz. 225 t/m 228
--> Kijk terug in de theorie wanneer je het even niet meer weet.




Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na. 
Daarna ga je in studiemeter werken.
Je gaat verder met de oefeningen bij verhoudingen. 
timer
12:00

Slide 16 - Diapositive



 Aan het einde van deze les:
- kun je uitrekenen welk percentage er bij een afname of toename hoort

Leerdoelen van deze les
Hoeveel sterren geef je jezelf? 
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren per doel. 
- kun je uitrekenen welk percentage er bij een afname of toename hoort

Slide 17 - Question de remorquage