Herhaling BS 1-2-3
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Een orgaan is een deel van een organisme dat een bepaalde taak uitvoert
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Een orgaanstelsel is een groep samenwerkende organen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.
ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel
Slide 5 - Question de remorquage
Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.
Beenderstelsel
verteringsstelsel
Slide 6 - Question de remorquage
Welke orgaanstelsels zie je hier?
Ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel
Spijsverteringsstelsel
spierenstelsel
Slide 7 - Question de remorquage
Insecten hebben dezelfde
organen als zoogdieren
organen als zoogdieren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Organen van planten
Bladeren
Wortels
Stengel
Slide 9 - Question de remorquage
Stevigheid geven aan het blad
Het platte gedeelte van het blad
Alles tussen de nerven noem je bladmoes
Het vervoeren van voedingsstoffen, water en andere stoffen
Daarmee zit het blad vast aan de stengel (of tak)
Slide 10 - Question de remorquage
Vaatbundels transporten stoffen door de plant. Transport van glucose begint bij ....
A
De bloem
B
De wortels
C
De stengel
D
De bladeren
Slide 11 - Quiz
Plantencellen hebben een stevige celwand. Dierlijke cellen niet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Wat is geen plastide?
A
Bladgroenkorrels
B
Kleurstofkorrels
C
Suikerkorrels
D
Zetmeelkorrels
