Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
T1E leçon 4
Bonjour T1E
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
120 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Bonjour T1E
Slide 1 - Diapositive
Programme
pour la leçon 4
Aujourd'hui (=vandaag) :
huiswerk overhoren
Tips om better te leren
Apprendre Quizlet 1-4 N-F
Apprendre: Mannelijk of vrouwelijk: un, une / le, la
Écouter et lire: D'accord
jeudi 8 septembre
Slide 2 - Diapositive
"Huiswerk overhoren"
dans le cahier
Slide 3 - Diapositive
TIPS
Hoe leer je woordjes? Wat vind je moeilijk? Heb je tips?
Slide 4 - Diapositive
Quizlet
Apprendre voca 1-4 N-F
Slide 5 - Diapositive
mannelijk of vrouwelijk
Slide 6 - Diapositive
In het Frans zijn er mannelijke (masculin) of vrouwelijke (féminin) woorden.
Soms is het logisch...
Slide 7 - Diapositive
Is "garçon" mannelijk of vrouwelijk?
A
mannelijk (masculin)
B
vrouwelijk (féminin)
Slide 8 - Quiz
Is "fille" mannelijk of vrouwelijk?
A
mannelijk (masculin)
B
vrouwelijk (féminin)
Slide 9 - Quiz
Is "copine" mannelijk of vrouwelijk?
A
mannelijk (masculin)
B
vrouwelijk (féminin)
Slide 10 - Quiz
Is "copain" mannelijk of vrouwelijk?
A
mannelijk (masculin)
B
vrouwelijk (féminin)
Slide 11 - Quiz
Mannelijke en vrouwelijke woorden
• Veel woorden die met -e eindigen zijn vrouwelijk:
la musique, la voisine, la porte, la table...
• Maar deze regel werkt niet altijd:
le père, le livre, le collège...
!
Slide 12 - Diapositive
1. De volgende soorten woorden zijn altijd mannelijk:
namen van talen, zoals ‘français’ (= Frans) en ‘slovaque’ (Slowaaks)
namen van jaargetijden, zoals ‘été’ (= zomer) of ‘printemps’ (= lente)
namen van maanden, zoals ‘juillet’ (= juli) of ‘décembre’ (= december)
namen van de dagen in de week, zoals ‘lundi’ (= maandag) of ‘mercredi’ (=woensdag)
Slide 13 - Diapositive
2. Woorden met een mannelijke uitgang:
-ment: un médica
ment
(een drug)
-phone: un télé
phone
-eau : un bur
eau
-teur: un ordina
teur
-age: un from
age
(een kaas)
Slide 14 - Diapositive
3. Woorden met een vrouwelijke uitgang:
-tion/-sion: une télévi
sion
-té: la beau
t
é
(=
de schoonheid)
-ure: une peint
ure
(=
een schilderij)
-ette: une bicycl
ette
(=
een fiets
)
Slide 15 - Diapositive
Je hoeft niet alles te onthouden.
Wat je nu moet weten, is of de woorden in Quizlet mannelijk of vrouwelijk zijn.
Afhankelijk van het lidwoord
kun je bepalen of een woord mannelijk of vrouwelijk is.
Slide 16 - Diapositive
Hoe zeg je "een" in het Frans?
Slide 17 - Carte mentale
L'article indéfini
(het onbepaald lidwoord)
Un/une =
een
un
> masculin
une
> féminin
une
fille
un
garçon
Slide 18 - Diapositive
L'article défini (het bepaald lidwoord)
Le/la/l'=
de/het
le
> masculin
la
> féminin
l'
>
klinker/stomme h
la
fille
le
garçon
l'
ami
Slide 19 - Diapositive
La roue
Quel article va avec...? (
Welk lidwoord gaat met...?)
Slide 20 - Diapositive
un
une
soeur
monsieur
ordinateur
madame
amie/ copine
ami/ copain
Slide 21 - Question de remorquage
le
la
l'
ami
(pré)nom
garçon
classe
fille
élève
frère
ordinateur
ville
Slide 22 - Question de remorquage
Page 10
un
een jongen
le
garçon
Slide 23 - Diapositive
Exercice A page 10
un garçon = een jongen
une fille = een meisje
un livre = een boek
une classe = een klas
un copain = een vriend
un professeur = een leraar / une professeur = een lerares
un ordinateur = een computer
une mère = een moeder
un père = een vader
une copine = een vriendin
une table = een tafel
une chaise = een stoel
Slide 24 - Diapositive
Exercice B page 10
le garçon
la fille
le livre
la classe
le copain
le professeur / la professeur
l’ordinateur
la mère
le père
la copine
la table
la chaise
Slide 25 - Diapositive
D'accord
Chapitre 1 > 1.2 > 6 + 7 + 8 + 9
Slide 26 - Diapositive
Dialogues 2 + 3 à deux !
Slide 27 - Diapositive
Devoirs
- woensdag 14 september:
Faire (=maken): D'accord:
Chapitre 1 > 1.3 > 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 + 7 + 8 + 12 + 13
Apprendre (=leren): Quizlet voca 1-4 N-F
Wat je moet leren op Quizlet voor de SO op donderdag 15 september:
voca 1-1 F-N
voca 1-2 N-F
voca 1-3 F-N
voca 1-4 N-F
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
T1C leçon 4
Août 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
leçon 07_TV1E
Septembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
L'article indéfini et défini
Février 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
masculin/féminin + singulier/pluriel
Septembre 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
leçon 06_TV1G
Septembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
leçon 07_T1D
Septembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
leçon 7_T1G
Septembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1HV Bron H het lidwoord
Septembre 2021
- Leçon avec
28 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1