15.1 - geografische namen - Lille

BONJOUR ET BIENVENUE 1AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR ET BIENVENUE 1AHA!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Voorzetsels
bij geografische namen


Je vais en vacances en France.

Slide 5 - Diapositive

Voorzetsels
J'ai été au Portugal.
Ik ben in Portugal geweest.

Je vais en vacances en France.
Ik ga op vakantie naar Frankrijk.

Slide 6 - Diapositive

Voorzetsels
Landennamen in het Frans kunnen mannelijk / vrouwelijk zijn:

La France             Le Portugal
La Grèce               Le Japon

Slide 7 - Diapositive

Voorzetsels
Vrouwelijke landen herken je, omdat ze op een -e eindigen 


La France             Le Portugal
La Grèce               Le Japon

Slide 8 - Diapositive

Bij vrouwelijke landen gebruik je het voorzetsel EN, bij mannelijke landen gebruik je AU. Is dit...
A
vrai
B
faux

Slide 9 - Quiz

Voorzetsels
  •  l'Amérique du Nord
  • l'Amérique du Sud
  • l'Antarctique
  • l'Afrique
  • l'Europe
  • l'Asie
  • l'Océanie
    continenten = vrouwelijk

Slide 10 - Diapositive

Voorzetsels
J'habite à Paris.
Ma soeur habite à Lyon.

J'aime aller aux Etats-Unis.
Mon ami habite aux Pays-Bas.

Slide 11 - Diapositive

Voor steden- of dorpennamen gebruik ik het voorzetsels À. Is dit..
A
vrai
B
faux

Slide 12 - Quiz

Als de naam van het land meervoud is gebruik ik gewoon AU. Is dit...
A
vrai
B
faux

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste voorzetsel:
Je vais déménager ___ Australie.
A
au
B
en

Slide 14 - Quiz

Kies het juiste voorzetsel:
Ma copine habite ___ Danemark.
A
au
B
aux

Slide 15 - Quiz

Kies het juiste voorzetsel:
Pendant les vacances, je vais ___ Lyon.
A
au
B
à

Slide 16 - Quiz

Vul nu zelf in (au, en, à, aux).
Nous sommes allés ___ Suède.

Slide 17 - Question ouverte

Vul nu zelf in (au, en, à, aux).
Je voudrais aller ___ Etats-Unis.

Slide 18 - Question ouverte

Vul nu zelf in (au, en, à, aux).
Je vais visiter mon ami ___ Bordeaux.

Slide 19 - Question ouverte

Later al ik groot ben....
Beantwoorde de volgende vragen in het Frans:
1. Waar ben je geboren?
2. In welk land woon je? Wat is de hoofdstad? 
3. Waar zou je dit jaar op vakantie willen? Wat is daar de hoofdstad van? 
4. Welke landen staat om jouw vakantieland heen?
5. Door welke landen wordt Nederland omgeven? Benoem daar de namen en de hoofdsteden van. 

Slide 20 - Diapositive

Later als ik groot ben....
- Beantwoord de vragen op de volgende sheet. 
- Lever dan een foto van je gemaakte werk in, in de volgende
   sheet. / Of typ het gelijk in de sheet. 
- Merci beaucoup !!

Slide 21 - Diapositive

Later als ik groot ben......

Slide 22 - Question ouverte

Des questions?

Slide 23 - Diapositive

Merci!
Au revoir!

Slide 24 - Diapositive