11.1 Eigenschappen en chromosomen

H11: Erfelijkheid
11.1   Eigenschappen en chromosomen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H11: Erfelijkheid
11.1   Eigenschappen en chromosomen

Slide 1 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een
erfelijke eigenschap.

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn en wat een fenotype is.
  • Je kunt uitleggen waardoor het fenotype bepaald wordt.
  • Je kunt uitleggen waar informatie voor je eigenschappen zit.
  • Je kunt aan een chromosomenkaart zien of die van een jongen of een meisje is.
  • Je kunt uitleggen wat een gen is en wat het genotype is.

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn erfelijke eigenschappen?
  • Eigenschappen zijn kenmerken.
  • Deze eigenschappen krijg je van ouders -> Erfelijke eigenschappen.
  • Erfelijke eigenschappen zien er bij iedereen anders uit. Dit noem je fenotype.

Slide 4 - Diapositive

Verschillende fenotypen bij honden

Slide 5 - Diapositive

Het fenotype kan veranderen 
Je uiterlijk blijft niet het hele leven hetzelfde. 

Fenotype kun je ook zelf veranderen. Denk maar eens aan haren verven, make-up en tatoeages.

Fenotype is niet alleen uiterlijk!...


Slide 6 - Diapositive

Aanleg
  • Van sommige eigenschappen weet je pas dat je ze hebt wanneer je ze gaat gebruiken. Je hebt dan aanleg geërfd.

  • Het fenotype is afhankelijk van de erfelijke eigenschappen en invloeden uit de omgeving.

Slide 7 - Diapositive

Chromosomen
  • Bevinden zich in de celkern
  • Ze bestaan uit DNA  = informatie erfelijke eigenschappen
  • Ze komen in paren voor (23 paren bij een mens)

Slide 8 - Diapositive

Van klein naar groot
A
gen - DNA - chromosoom - celkern
B
DNA - gen - chromosoom - celkern
C
gen - chromosoom - DNA - celkern
D
DNA - chromosoom - gen - celkern

Slide 9 - Quiz

Chromosomenkaart
  • Alle paren hebben een nummer
  • Paar 23: de geslachtschromosomen
  • XX = meisje
  • XY = jongen

Slide 10 - Diapositive

Man XY                  vrouw   XX
  • Opgerold DNA
  • Komen voor in chromosomenparen (twee dezelfde chromosomen)
  • Mensen hebben 23 chromosomenparen (46 chromosomen)

Slide 11 - Diapositive

Chromosomen van andere soorten

Slide 12 - Diapositive

Dit is de chromosomenkaart van een ....
A
vrouw
B
man

Slide 13 - Quiz

Eigenschappen op chromosomen
  • Gen = Deel van een chromosoom met informatie over één erfelijke eigenschap

Slide 14 - Diapositive

Genotype
Het genotype is de verzameling eigenschappen van het individu dat is geërfd van de ouder of ouders. 

Genoom = chromosomen 
met genen van een organisme

Slide 15 - Diapositive

Heeft een vlinder hetzelfde fenotype als de rups waaruit hij is ontstaan?
En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
zowel hetzelfde fenotype als hetzelfde genotype

Slide 16 - Quiz

Hoe is het fenotype bepaald?
Alleen door het genotype
Alleen door de omgeving
Door het genotype EN de omgeving
een wipneus
stijl haar vanaf de geboorte
een piercing 
behaarde armen
een litteken
Wibi kan goed piano spelen
eelt op je handen door hard werken
blauwe ogen
Messi is een goede voetballer

Slide 17 - Question de remorquage

Maken en lezen:

Maken 11.1 opdracht 1 t/m 25






De volgende les

11.2  
Chromosomen doorgeven




Slide 18 - Diapositive