Gouden ei les 7: deel 5

Nederlands
Fictie: toegepast op 'het gouden ei'
Les 7
VWO 3
 P3 2020-2021
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Fictie: toegepast op 'het gouden ei'
Les 7
VWO 3
 P3 2020-2021

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je...
...een aantal vragen beantwoord over deel 4.

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je...
...ga je de theorie van het vertelperspectief nog een keerje toepassen.

...leren wat emotieve, realistische en morele argumenten zijn.
...je beoordeling geven over Het gouden ei.

Slide 3 - Diapositive

Hoe wordt het verhaal verteld?

Een perspectief geeft aan hoe een verhaal wordt verteld.

We kunnen vier soorten perspectieven onderscheiden:

- Ik-perspectief: vanuit de ik-persoon (in het hoofd)

- Personaal perspectief: vanuit de hij/zij-persoon (in het hoofd)

- Auctoriaal (alwetend) perspectief: helikopterview (de schrijver weet alles van iedereen en levert soms ook commentaar)

- Wisselend perspectief: er wordt afgewisseld tussen de verschillende perspectieven. Er wordt bijvoorbeeld afgewisseld tussen twee hoofdpersonages die elk hoofdstuk vanuit hun eigen ik-perspectief de gebeurtenissen beschrijven.


Slide 4 - Diapositive

Vertelperspectief: opdracht
Aan het einde van deel 3 wordt Saskia de auto van Lemorne in gelokt en meegenomen. Als lezer weet je niet hoe Saskia de ontvoering heeft ervaren, dat heeft Krabbé niet opgeschreven. Dat ga jij nu doen!

Opdracht:
Beschrijf de gebeurtenissen - (ongeveer) vanaf de ontmoeting met Lemorne t/m de ontdekking wat er met haar gebeurd is - vanuit Sakia's perspectief. Schrijf je fragment op de volgende slide.

Slide 5 - Diapositive

Beschrijf de gebeurtenissen - vanaf de ontmoeting met Lemorne t/m de ontdekking wat er met haar gebeurd is - vanuit Sakia's perspectief.

Slide 6 - Question ouverte

Mening & argumenten

Beoordelingswoorden Je mening geef je door beoordelingswoorden te noemen.
(spannend, mooi, verdrietig, interessant, verrassend, etc.)

Argumenten Je beoordelingswoorden onderbouw je met argumenten. Je legt hiermee uit waarom je het boek spannend, interessant of anders vond. Je kunt hierbij ook nog verwijzen naar een fragment uit het boek om je argumenten extra te ondersteunen.

Slide 7 - Diapositive

Mening & argumenten

Emotieve argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie). (maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend)

Realistische argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt. (geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel) 

Morele argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen. (Goed voorbeeld - keur ik af - asociaal - rechtvaardig - betrokken)

Slide 8 - Diapositive

Recensie: Het gouden ei
Opdracht:

Lees hier de recensie van Hans Vervoort.

Slide 9 - Diapositive

Vat de mening van Hans Vervoort kort samen. Wat zijn zijn belangrijkste beoordelingswoorden en argumenten?

Slide 10 - Question ouverte

Ben je na het lezen van de recensie van Hans Vervoort anders gaan denken over het boek Het gouden ei? Leg uit waarom wel/niet. Misschien heeft de recensie je andere inzichten gegeven?

Slide 11 - Question ouverte

Geef je mening over het Gouden ei. Gebruik hierbij een emotief, een moreel en een realistisch argument.
Onderbouw je mening ook (eventueel met voorbeelden uit het boek).

Slide 12 - Question ouverte

Lesdoel behaald?

Ik weet wat emotieve, realistische en morele argumenten zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Lesdoel behaald?

Ik kan mijn mening geven over Het gouden ei met een emotief, realistisch en moreel argument.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Einde van deze les
Hoofdstuk 1, 2, 3 en4 zijn uitgeplozen!

Slide 15 - Diapositive