BOS 6.1/6.5

BOS 6.1/6.5
test/quizje
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BOSMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

BOS 6.1/6.5
test/quizje

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent Sportbeleid?
A
Hoe kijkt men naar sport in NL?
B
Hoe wil men dat sport eruit ziet in NL?
C
Hoe moet de sport in NL er uitzien in de toekomst
D
Hoe de sport eruit zag in NL

Slide 2 - Quiz

Welke 5 vormen van sport zijn er in Nederland?

Slide 3 - Carte mentale

Topsport
Mediasport
Prestatiesport
Vrijetijdsport
Breedtesport
Participatiesport

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen georganiseerde en niet- georganiseerde sport.

Slide 5 - Question ouverte

Georganiseerde sport
Niet-georganiseerde sport
Topsport
Spel
Wedstrijdsport
Recreatiesport
Beweingsrecreatie

Slide 6 - Question de remorquage

Voor welke doelen kan je sport als middel inzetten?

Slide 7 - Carte mentale

Sportende jeugd presteert beter op school
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quiz

De geschiedenis van de NL sportbeleid heeft een aantal onderwerpen: welke is NOOIT gebruikt?
A
'trim je fit'
B
sociale problemen
C
sporten is goed
D
'tijd voor sport'

Slide 9 - Quiz

Wat weet jij over 'Sporten met Olympisch perspectief'

Slide 10 - Question ouverte

Visie van het Olympisch perspectief; vrijetijdsbesteding.
Waar denk je dan aan??
B.v. Sporten is leuk om te doen

Slide 11 - Carte mentale

Welke prioriteiten heeft sport en bewegen in het Olympische perspectief?
A
Sport en bewegen in de buurt
B
Bewegen loont
C
Uitblinken in sport
D
Veilig sportklimaat

Slide 12 - Quiz

Aan welke speciale doelgroepen denk je bij sporten in de buurt?

Slide 13 - Carte mentale

Welke voordelen heeft school en sport volgens het Olympisch perspectief?

Slide 14 - Question ouverte

Wat weet jij over een veilig sport klimaat??

Slide 15 - Carte mentale

Hoeveel ambitie heeft het nationaal sportakkoord
A
6
B
2
C
8
D
14

Slide 16 - Quiz

Waarom is sportakkoord gunstig voor de arbeidsmarkt van een BOS medewerker?

Slide 17 - Question ouverte