Concentratie (nieuw)

Concentratie (H3.5)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Concentratie (H3.5)

Slide 1 - Diapositive

Planning
Leerdoelen
Concentratie in het dagelijks leven
Concentratie berekenen

Percentage
Percentage berekenen
Opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

Ik kan benoemen wat de concentratie van een stof is.

Ik kan benoemen hoe je de concentratie kunt uitrekenen van een stof.
Ik kan de concentratie van een stof uitrekenen.
Ik kan benoemen hoe de concentratie vaak wordt uitgedrukt.
Ik kan benoemen wat het massapercentage is en hoe je dit moet uitrekenen.
Ik kan het massapercentage van een stof uitrekenen.




Slide 3 - Diapositive

Concentraties in het dagelijks leven
Vo.Wa.
    per 100ml
koolhydraten
        11 g
suikers
        11 g
zout
      0,1 g
Aminozuur
      6,4 mg
Hoeveel zout in 200mL of 1,5L R.B.?

Slide 4 - Diapositive

concentratie berekenen
Concentratie = 
Hoeveelheid stof A in mengsel B



concentratie=hoeveelheidmengselhoeveelheid(opgeloste)stof

Slide 5 - Diapositive

Percentage
  • Een maat voor de concentratie van een stof in een mengsel.

Soms wordt de concentratie niet aangegeven in mg/L, maar met een percentage.


Slide 6 - Diapositive

concentratie in percentage
Alcohol percentages: hoeveel alcohol in een mengsel.

Goldstrike 50%
wijn 12,5%
bier 5%

Slide 7 - Diapositive

Percentage berekenen
(vol.%)

(massa%)

Slide 8 - Diapositive

Opdrachten
Hoofdstuk 3 Paragraaf 5,
Opdracht: 60 tot en met 67

Slide 9 - Diapositive

Oefenen.1
Jan lost 5g suiker op in 150mL water. Bereken de concentratie suiker in water. Gebruik je de juiste eenheid.

Slide 10 - Diapositive

Antwoord.1

Slide 11 - Diapositive

Oefenen.2
Frits lost 20 suikerklontjes van ieder 4,3 gram op in 1,5L water. Bereken de concentratie in g/mL.

Slide 12 - Diapositive

Antwoord.2
Belangrijk: 20 suikerklontjes van 4,3g = 86g suiker
Gevraagd wordt in mL, je hebt L dus omrekenen 1L = 1000mL
1,5L = 1500mL

Slide 13 - Diapositive

Oefenen.3
Gert drinkt 35mL goldstrike (50vol.%). Bereken hoeveel mL pure alcohol Gert heeft gedronken

Slide 14 - Diapositive

Antwoord.3
35 x 50% = 17,5mL alcohol
of
35/50 x 100 = 17,5 mL alcohol
of


Slide 15 - Diapositive

Oefenen.4
35 massa% van pekel is NaCl. Hoeveel kilogram NaCl zit er in 1234kg Pekel?

Slide 16 - Diapositive

antwoord.4

Slide 17 - Diapositive

Oefenen.5
Je neemt een 250mL 'monster' uit een zwembad. In de 250mL zit 35g chloor. Hoeveel chloor zit er in het gehele zwembad (460.000 L)?

stof (                )
mengsel (             )
gegeven
concentratie
gevraagd
antwoord

Slide 18 - Diapositive

antwoord.5
stof(chloor)
mengsel (water)
geg.
35 g
250 mL
conc. (g/mL)
0,14 g
1 mL
conc. (kg/L)
0,14 kg
1 L
gevr.
64400 kg
460.000 L
ant.
64400 kg
: 250
x 1000
x 460000

Slide 19 - Diapositive