Les 12 CB diagnostische toets en kern 7 fictie en non-fictie (realistische fictie) en kern 20 helden en schurken

Op tafel: 
- laptop
- map
- pen


Welkom mavo 2!
Ga in STILTE lezen
timer
2:30
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Op tafel: 
- laptop
- map
- pen


Welkom mavo 2!
Ga in STILTE lezen
timer
2:30

Slide 1 - Diapositive

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Diapositive

Vandaag:
  • Lezen (al gedaan)
  • Diagnostische toets
  • Herhalen  leesstrategieën
  •  Kern 7 fictie en non-fictie
  • Kern 20 helden en schurken
  • ACTIEVE WERKHOUDING

Slide 3 - Diapositive

Wat is een actieve werkhouding?

Slide 4 - Question ouverte

Toetsstof periode 1 KERN (oude boek)

Werkwoorden: persoonsvorm TT en VT (KERN 19 en 20)
- Voltooid deelwoord & onregelmatige werkwoorden. (KERN 39 en 40)

- Leesstrategieën oefenen: KERN 15
- Tekststructuur: KERN 29
- Alinea's en functiewoorden, soorten inleidingen/afsluitingen: KERN 29 en 30
- Hoofd- en bijzaken: KERN 3
- Gebruik woordenboek & woordraadstrategieën: KERN 16
- Fictie en non-fictie: KERN 7
- Helden en Schurken: KERN 20.
- Hoofdletters (KERN 13)
- Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden. (KERN 5)
- Meervoudsvormen. (KERN 11 en 12)
- Werkwoorden: persoonsvorm TT en VT (KERN 19 en 20)
- Voltooid deelwoord & onregelmatige werkwoorden. (KERN 39 en 40)
















Slide 5 - Diapositive

Doornemen diagnostische toets
- Wat vond je makkelijk?
- Wat vond je moeilijk?
- Alle vragen even langsgaan

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Uitleg fictie/non-fictie
Fictie
Verzonnen verhalen in boeken, films en series.

Non-fictie
Niet-verzonnen verhalen, zoals nieuwsberichten. Ook boeken en films met waargebeurde verhalen vallen hier onder.

Slide 8 - Diapositive

Dit is echt gebeurd: 
Fictie = verzonnen verhaal

Slide 9 - Diapositive

realistische fictie = verzonnen, maar zou echt gebeurd kunen zijn 
non-realistische fictie = verzonnen en kan niet in het echt gebeuren

Slide 10 - Diapositive

Zijn de films fictie of non-fictie?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Aantekeningen

Slide 14 - Diapositive

- Aantekeningen

Slide 15 - Diapositive

Is waargebeurd hetzelfde als realistisch?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Wat betekent fictie?
A
verzonnen teksten
B
zakelijke teksten

Slide 17 - Quiz

Wat hoort niet bij non-fictie?
A
krantenartikel
B
column
C
autobiografie
D
realistisch verhaal

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Kenmerken van helden
- Krijgshaftig (dapper, strijdlustig) en slim
- Hebben (vaak) superkrachten of talenten
- Voorbeeld voor anderen
- Uitvergrote versies van onszelf
- Hebben kracht, moed, doorzettingsvermogen

Slide 20 - Diapositive

Noem een held uit een film/serie die jij hebt gekeken.

Slide 21 - Carte mentale

Wat is niet persé een kenmerk van een held?
A
Krijgshaftig
B
Slim
C
Aardig
D
Superkrachten

Slide 22 - Quiz

Maar helden zijn niet perfect...

Ze zijn soms wat ongeduldig Of wraakzuchtig
Of dom
Of willen te veel 

Slide 23 - Diapositive

Voorbeeld
Lara Croft 
Bekend van: Tomb Raider. 
Uiterlijke kenmerken: Sterk, snel, atletisch, twee vlechten.

Innerlijke eigenschappen:
Moedig, vindingrijk, onafhankelijk, weinig gevoel voor humor.


Slide 24 - Diapositive

Helden hebben vaak 
 
...een (geheim) wapen

Of een geheim talent

Of bijzonder persoonlijkheidskenmerk 

Slide 25 - Diapositive

Wie vind jij een held? Dit keer iemand uit het 'echte' leven.

Slide 26 - Carte mentale

Schurken
- Geen held, zonder schurk
- Tegenpool van de held
- Ze zijn erg slecht

In een verhaal overwint het goede (de held) meestal het kwade

Slide 27 - Diapositive

Voorbeeld Schurk
Naam: The Joker
Uiterlijke kenmerken:
Bleek, groen haar. Geschminkt als een soort clown.
Innerlijke kenmerken:
meesterbrein, sadistisch,
psychopathisch, crimineel

Slide 28 - Diapositive

Jij als held(in) of schurk 

Schrijfopdracht nu in de les

Slide 29 - Diapositive

Ik als heldin
Als ik heldin in een Netflix serie zou zijn, dan was ik docent in een oorlogsgebied. Als er vijanden het lokaal in zouden komen, dan zou ik ze verslaan.  Uiterlijk: Als heldin ben ik sterk en groot (1m80). Ik draag iedere dag een zilveren harnas en heb een vlecht in mijn haar.  Mijn innerlijke kenmerken zijn: moedig, een meesterbrein, fotografisch geheugen en gedachten kunnen lezen.
 Daarnaast is mijn superkracht dat ik alle talen van de wereld spreek. 

Slide 30 - Diapositive

3. Opdracht bij KERN 20
Wat?
Je mag de held of schurk spelen in een nieuwe Netflix serie. 
a. Beschrijf wat jouw missie/rol is als held of schurk in de serie. Red je bijvoorbeeld mensen?
b. Schrijf vervolgens een korte tekst met daarin: jouw 2 uiterlijke kenmerken, 2 innerlijke eigenschappen en 1 superkracht.
Hoe?
Opschrijven op blaadje. Inleveren bij docent. Let op hoofdletters en punten. Niks ingeleverd? = opmerking Somtoday
Tijd?
10 minuten
timer
10:00

Slide 31 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 32 - Question ouverte