Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
Pak je laptop erbij (lesson up app)
Schrift en een pen voor aantekeningen
Mobiel in de telefoontas.
Mooi! Dan gaan we beginnen!
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Herhaling paragraaf 4.5: Geleedpotigen en Gewervelden
Uitleg paragraaf 4.6: Determineren
Zelfstandig werken opdrachten 4.6
Slide 2 - Diapositive
Hoe doen we klassikale vragen:
Zonder overleg (belangrijk om te controleren of je het zelf weet!)
Je schrijft het antwoord voor jezelf op
Niet door de klas roepen!
Ik geef de beurt aan een van jullie om het antwoord te geven
Slide 3 - Diapositive
Gewerveld of ongewerveld?
A
Gewerveld
B
Ongewerveld
Slide 4 - Quiz
Warm- of koudbloedig?
A
Warmbloedig
B
Koudbloedig
Slide 5 - Quiz
Waarom zijn sommige dieren geleedpotigen?
A
Omdat hun lichaam is opgebouwd uit segmenten
B
Omdat insecten behoren tot de geleedpotigen
C
Omdat de poten uit leden (kleine stukken) zijn opgebouwd
D
Dat is gewoon zo bedacht
Slide 6 - Quiz
Wat voor skelet heeft een gewerveleden?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
Slide 7 - Quiz
Een dier heeft veren, is warmbloedig, legt eieren met kalkschaal, heeft longen en leeft in de lucht en op het land. Tot welke groep behoort deze gewervelden?
A
Zoogdieren
B
Vogels
C
Amfibieën
D
Vissen
Slide 8 - Quiz
Waarmee is de huid van gewervelden bedekt?
vissen
amfibieën
reptielen
vogels
zoogdieren
schubben met slijm
veren
slijm
haren
droge schubben
Slide 9 - Question de remorquage
Hoe planten de dieren zich voort?
Vissen
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Eieren met kalkachtige schaal
Eieren zonder schaal
Eieren zonder schaal
Eieren met leerachtige schaal
Levendbarend
Slide 10 - Question de remorquage
Welke 5 groepen bestaat de gewervelden uit?
Slide 11 - Question ouverte
Ordening MAX LJ3
Ordening MAX LJ3
Paragraaf 4.6: Determineren
Slide 12 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt een determineertabel van organismen gebruiken.
Slide 13 - Diapositive
Determineren
Zelfs als je een organisme niet kent, kan je het in een rijk of groep plaatsen door goed naar de kenmerken van dit organisme te kijken.
Dit noem je determineren.
Dit doe je met een determineertabel.
Slide 14 - Diapositive
Determineren
Determineren kun je doen met behulp van een determineertabel.
In een determineertabel staan een aantal vragen over de kenmerken van verschillende organismen.
Slide 15 - Diapositive
Determineren
De rest van deze tabel
staat in je boek op blz 283
Slide 16 - Diapositive
Determineren
Bij determineren begin je steeds bij stap 1 en noteer je elke stap die je verder neemt.
Als voorbeeld werken we met het volgende organisme, de zee-egel.
Slide 17 - Diapositive
Determineren
Slide 18 - Diapositive
Determineren
De stappen in de determineertabel voor de zee-egel zijn 1B-3A-4A-5B
Slide 19 - Diapositive
Je kunt een organisme determineren door een determinatietabel te gebruiken
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Determineer: Algen
Gebruik de tabel in je boek op blz. 283
Schrijf op welke stappen je in de tabel hebt genomen
Schrijf je uiteindelijke antwoord op
Je doet het alleen
Je krijgt 5 minuten
timer
5:00
Slide 25 - Diapositive
Aan de slag!
Wat:
Paragraaf 4.6: opdrachten 1 t/m 4
(blz 284)
Hoe: Alleen of in tweetallen (fluisteren!)
Hulp nodig?Zoek het op in je boek of vraag om hulp
Klaar? Maak een samenvatting en een begrippenlijst van thema 4
timer
15:00
Slide 26 - Diapositive
Lesdoelen check!
Kan jij...
een determineertabel van organismen gebruiken?
Laat maar zien....
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Wie ben ik?
Ik ben een kleine plevier!
Slide 29 - Diapositive
Determineer: De rietpad
Gebruik de tabel in je boek op blz. 283
Schrijf op welke stappen je in de tabel hebt genomen