par. 11.6 Cellen en chromosomen

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Korte herhaling 11.4

11.6 Cellen en chromosomen

Wat is het genotype?

1. Alle eigenschappen
2. Je innerlijk
3. Alle erfelijke eigenschappen
4. Je uiterlijk

Wat is het fenotype?

1. Alle eigenschappen
2. Je innerlijk
3. Alle erfelijke eigenschappen
4. Je uiterlijk

Bezit elke chromosoom van 1 chromosomenpaar precies dezelfde genen? Waarom wel/niet?

Wat is een allel?

Doel van meiose:

Geslachtscellen maken, bij mens: eicellen en zaadcellen.

MEIOSE

Doel van mitose:

Nieuwe cellen vormen voor groei, veranging, herstel en ongeslachtelijke voortplanting.

MITOSE

0

Verschil

Bij meiose krijg je uiteindelijk dus 23 chromosomen

Dit is logisch, als een eicel en zaadcel bij elkaar komen krijg je automatisch weer 46 chromosomen

celdifferentiatie en celspecialisatie

• celdifferentiatie: verschillen in vorm en grootte
• celspecialisatie: verschillen in functie 

• regelgenen: zorgen voor aanmaak regeleiwitten
  
• regeleiwitten zorgen voor aan/uitzetten van genen --> blijven zitten bij mitose en celdeling

Aan de slag

Nakijken 11.4

Maken 11.6

Klaar? Samenvatting maken thema 11