omrekenen van eenheden

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

oefenen met omrekenen van eenheden

Je mag het stelsel van metriek er bij houden maar handig is als je het uit je hoofd leert of steeds dia 2 bekijken

31,24 dag = dg
(zet in je antwoord alleen het getal)

256 dm = .... m

12,3 cm = .... mm

2 l (liter) = .... ml

0,0256 kg = .... g

0,37 cg = .... g

7,38 hm = .... cm
(let op: geen puntjes zetten)

9,36 kg = .... g

5,3 ml = .... dl

2,3 km = .... dam

0,000638 kg = .... dg

12345,6 mm = .... dam

Let op dat je komma's gebruikt en geen punten)

3,5 g = .... kg

4,35 hm = .... dm

269 ml = .... cl

36862 mm = .... dam

3,7 g = .... mg

38,76 kg = .... cg

2,45 km = .... cm

2,5 dl = .... l

22,54 hm² = .... m ²

3600000 cm² = .... m ²

0,005 km² = .... m ²

40 mm² = .... dm ²

700 m² = .... ha

4,2 m³ = .... dm³

36800 cm³ = .... m³

0,37644 km³ = .... m³

6 dm³ = .... mm³

20 m³ = .... l (liter)