Hoofdstuk 8 paragraaf 1

Hoofdstuk 8
Welvaart wereldwijd?

Paragraaf 1
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

Exameneenheid 
Internationale ontwikkelingen

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 8
Welvaart wereldwijd?

Paragraaf 1
Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

Exameneenheid 
Internationale ontwikkelingen

Slide 1 - Diapositive

Programma
  •  Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je benoemen welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben
  • Kun je verklaren waarom arme landen weinig exportinkomsten hebben
  • Kun je beschrijven wat landen doen tegen schommelende grondstofprijzen


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hoe maakt Tony Chocolonely met hun repen duidelijk dat de inkomsten in de chocoladewereld ongelijk verdeeld zijn

Slide 5 - Question ouverte







Hoofdstuk 8 - Welvaart wereldwijd?

Slide 6 - Diapositive

Wat was ook alweer welvaart?

Slide 7 - Question ouverte

Welvaart

Welvaart is de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien met behulp van de middelen die hen tot beschikking staan. 





Slide 8 - Diapositive

Ontwikkelingsland
In een land is er welvaart als de inwoners in veel van hun behoeften kunnen voorzien. 

Je kunt de welvaart tussen landen eenvoudig vergelijken door naar het inkomen per hoofd van de bevolking te kijken. 


Slide 9 - Diapositive

Inkomen per hoofd van de bevolking
Het inkomen per hoofd van de bevolking (of inkomen per hoofd) is het gemiddelde inkomen per inwoner van een land.

Berekening
Inkomen per hoofd van de bevolking =
nationaal inkomen ÷ aantal inwoners


Slide 10 - Diapositive

In Nederland
Voorbeeld
Nederland heeft een nationaal inkomen van € 680 miljard en 16,9 miljoen inwoners.
€ 680 miljard = € 680.000.000.000
16,9 miljoen = 16 900 000
€ 680.000.000.000 ÷ 16 900 000 = € 40.247 per hoofd van de bevolking


Slide 11 - Diapositive

Bereken voor Malawai het inkomen per hoofd van de bevolking.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Inkomen per hoofd en welvaart

Je moet ook kijken naar: 
  • de verdeling van de welvaart over de bevolking
  • de hoogte van de prijzen
  • de omvang van de informele productie, zoals zelfvoorziening.
  • de aanwezigheid en kwaliteit van collectieve voorzieningen, zoals onderwijs en gezondheidszorg.

Slide 15 - Diapositive

Kenmerken ontwikkelingsland
  • laag inkomen per hoofd van de bevolking
  • ongelijke inkomensverdeling
  • snelle bevolkingsgroei
  • ondervoeding en gebrek aan schoon drinkwater
  • slechte gezondheidszorg
  • veel analfabetisme door een gebrek aan scholing
  • slechte infrastructuur
  • veel werkloosheid
  • eenzijdige economische structuur: het nationaal inkomen van een ontwikkelingsland is vaak afhankelijk van één sector, meestal de landbouw. 


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Monocultuur
Veel ontwikkelingslanden hebben een monocultuur: 
  • Ze zijn voor hun exportinkomsten vaak sterk afhankelijk van slechts een of enkele (landbouw) producten.
  • De grondstoffen uit de landbouw zoals katoen, rijst, cacao en koffie leveren bij de export ook nog eens veel minder geld op dan industriële producten. 
  • Koffie die klaar is voor consumptie, is bijvoorbeeld veel meer waard dan onbewerkte koffie. 
  • Veel last van prijsschommelingen op de wereldmarkt


Slide 18 - Diapositive

Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
slechte infrastructuur
B
monocultuur
C
snelle bevolkingsgroei
D
weinig analfabetisme

Slide 19 - Quiz

Wat is een monocultuur
A
Dat er maar 1 geloof is
B
Dat er maar 1 of weinig producten worden gemaakt
C
Dat er maar 1 bedrijf is
D
Dat er veel bedrijven zijn

Slide 20 - Quiz

Ruilvoet
Ruilvoet geeft aan hoeveel een land moet exporteren om een bepaalde hoeveelheid te kunnen importeren.


Voor ontwikkelingslanden is die ruilvoet vaak slecht. Wat zij exporteren is goedkoop, wat zij importeren is duur.

Slide 21 - Diapositive

Voorbeeld van ruilvoet:
  • Ruilvoetverslechtering

Slide 22 - Diapositive


Wat is de ruilvoet?
A
Een verslechtering of verbetering van de handel.
B
De verhouding tussen de export- en de importprijs.
C
Een toename of afname van de buffervoorraad.
D
De verhouding tussen landbouw en industrie.

Slide 23 - Quiz

De prijs van grondstoffen wordt bepaald op de wereldmarkt.
Voor ontwikkelingslanden is het lastig als die prijzen veranderen.




Slide 24 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met:
"De prijs van grondstoffen wordt bepaald op de wereldmarkt.
Voor ontwikkelingslanden is het lastig als die prijzen veranderen."

Slide 25 - Question ouverte

Buffervoorraad
Voor ontwikkelingslanden is het lastig als die prijzen veranderen.

Om grote prijsschommelingen tegen te gaan, kan een land buffervoorraden aanleggen. 

Als de productie groter is dan de vraag, dan wordt een deel opgeslagen. 

Als de vraag stijgt, wordt de voorraad verkocht. Zo blijven vraag en aanbod meer in evenwicht en de prijzen stabiel.

Slide 26 - Diapositive


Wat gaat er met de buffervoorraden gebeuren als de prijs van bananen te laag wordt
A
Het aanbod moet dalen, dus de buffervoorraad wordt vergroot.
B
Het aanbod moet dalen, dus de buffervoorraad wordt verkleind.
C
Het aanbod moet stijgen, dus de buffervoorraad wordt vergroot.
D
Het aanbod moet stijgen, dus de buffervoorraad wordt verkleind.

Slide 27 - Quiz

Aan de slag
Maken H8.1

1, 2, 4, 6, 8, 9 en 10


Slide 28 - Diapositive