Mavo2 05.11.2021_2e les

05.11.2021
DEUTSCH 
MAVO2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

05.11.2021
DEUTSCH 
MAVO2

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive



  • Kurze Wiederholung
  • Selbstständig Arbeiten (7min)
  • Widerholung 2 (S. 172) (10min)
  • Zusammen Arbeiten (7min)
  • Planen (5min)
  • Reflektieren (5min)




Slide 3 - Diapositive

  • Je kunt het geslacht van zelfstandig naamwoorden benoemen en toepassen. 
  • Je kunt de vormen van de werkwoorden haben und sein in de tegenwoordige tijd toepassen. 

Slide 4 - Diapositive

ik ben
jij bent
hij is
zij is
het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
u bent
ich bin
du bist
er ist
sie ist
es ist
wir sind
ihr seid
Sie sind
sie sind

Slide 5 - Question de remorquage

ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
het heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben
u heeft
ich habe
du hast
er hat
sie hat
es hat
wir haben
ihr habt
Sie haben
sie haben

Slide 6 - Question de remorquage

timer
0:45
voor mannelijke woorden gebruik je
voor vrouwelijke woorden gebruik je
voor onzijdige woorden gebruik je
voor meervoud gebruik je
das
der
die
die

Slide 7 - Question de remorquage

timer
1:45
der
die
das
Lehrer
Buch
Test
Stundenplan
Schule
Heft
Klasse
Lehrerin
Gymnasium

Slide 8 - Question de remorquage

der
der
das
das
die
der
die
das

Slide 9 - Question de remorquage

timer
7:00
Keuze uit: 
  • Zum Schluss Kapitel 3
of
  • Stempelaufgaben
  • Slim Stampen Kapitel 3
  • extra uitleg nodig? Geef het aan!

Slide 10 - Diapositive

Die richtige Form wählen
De volgende slides zijn Quizvragen en bevatten elk maar twee opties. 

Slide 11 - Diapositive

Ich habe/haben drei Katzen.
A
habe
B
haben

Slide 12 - Quiz

Karin hast/hat ein neues Fahrrad.
A
hast
B
hat

Slide 13 - Quiz

Habe/Hast du morgen Zeit für mich?
A
Habe
B
Hast

Slide 14 - Quiz

Habt/Habe ihr den neuen Lehrer gesehen?
A
Habt
B
Habe

Slide 15 - Quiz

Herr Maler, wie viele Kinder hat/haben Sie?
A
hat
B
haben

Slide 16 - Quiz

Meine Eltern habt/haben ein neues Auto gekauft.
A
habt
B
haben

Slide 17 - Quiz

Sprachmittel: Seite 86
- Werk in duo's: spreek elke zin hardop uit. 
- Ken je een woord niet? Zoek in de Lernliste (S. 96)
of in een woordenboek de betekenis.
- Ik vraag daarna drie willekeurig gekozen leerlingen antwoord te geven op mijn vraag. 
timer
6:00

Slide 18 - Diapositive

timer
7:00
Keuze uit:
  • Zum Schluss Kapitel 3
of
  • Stempelaufgaben
  • Slim Stampen Kapitel 3
  • extra uitleg nodig? Geef het aan
Zusammen
Arbeiten

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

  • Lernliste Kapitel 1, 2 und 3 herhalen
  • Wiederholung 1, 2 und 3 maken (S. 170-179)

Slide 21 - Diapositive

  • Je kunt het geslacht van zelfstandig naamwoorden benoemen en toepassen.
     
  • Je kunt de vormen van de werkwoorden haben und sein in de tegenwoordige tijd toepassen.

Slide 22 - Diapositive

Was hast du heute gelernt?

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive