2.2 Instructieve teksten luisteren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

2.2 Instructieve teksten

LUISTEREN EN KIJKEN

HOOFDSTUK 2

2.2 INSTRUCTIEVE TEKSTEN

Je begrijpt de belangrijkste aanwijzingen uit een demonstratie of instructie.

LUISTEREN EN KIJKEN 

2.2 Instructieve teksten

Planning: 

• Behandelen theorie 2.2 Instructieve teksten


• Online opdracht 1, 2, 3 en de examenopdracht maken.

KORTE TERUGBLIK

Theorie

Informatieve teksten kunnen twee doelen hebben:

uiteenzettend: de informatie wordt op een neutrale toon gegeven           

 nieuwsberichten

beschouwend: de luisteraar wordt vanuit verschillende kanten geïnformeerd, zodat hij zich een mening kan vormen

 documentaires en reportages

Informatieve teksten kunnen twee doelen hebben: uiteenzettend en beschouwend.

1. WAAR
2. NIET WAAR

In beschouwende teksten kunnen meningen worden verwoord van meerdere partijen.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Voorbeelden van informatieve teksten zijn:

1. het journaal, reclamefilmpjes en series
2. nieuwsberichten, documentaires en reportages
3. speelfilms, documentaires en filmpjes van influencers

THEORIE 2.2

Theorie

Een instructie heeft vaak de volgende kenmerken:

• in de inleiding wordt het onderwerp van de instructie genoemd;
• de instructie bestaat uit een aantal aanwijzingen;
• de aanwijzingen zijn concrete stappen die je vaak in een vaste volgorde moet uitvoeren.

Theorie

Let ook op:

Signaalwoorden, geven de volgorde aan hoe de instructie uitgevoerd moet worden.

woorden als: ‘de eerste stap’, ‘daarna’, ‘uiteindelijk’

Werkwoorden geven aan wat je precies moet doen. 

voorbeelden zijn: ‘Haal de hendel naar beneden’ of ‘Leg een knoop in de theedoek’

Theorie

In de praktijk kun je uitleg krijgen aan de hand van een demonstratie. Dit betekent dat iemand de ander laat zien hoe iets werkt.

Hierbij is het ook van belang dat je goed moet luisteren en goed moet kijken.

Een instructie of demonstratie kun je ook beknopt samenvatten. Noteer dan alleen het onderwerp en het doel en noteer in steekwoorden de verschillende stappen van de instructie of demonstratie.

VOORBEELD

VRAGEN

Een filmpje van een docent over
hoe je kunt oefenen voor het examen is een:

1. BETOOG
2. BESCHOUWING
3. DEMONSTRATIE

Het doel van een instructie is het overtuigen van de luisteraar, zodat hij zich een mening kan vormen.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Samen oefenen 

Bram laat in het begin heel snel zien hoe de AH Grab & Go werkt. Wat is juist?
Hij houdt zijn pasje voor de scanner bij de ingang en gaat naar binnen.

1. Dan houdt hij een broodje voor de scanner en krijgt een bonnetje waarmee hij de deur kan openen.
2. Dan pakt hij een broodje, gaat voor een scherm staan, de deur gaat open en hij loopt naar buiten.
3. Dan gaat hij voor een scherm staan, klikt een broodje aan, pakt het broodje en loopt naar buiten.
4. Dan pakt hij een broodje, houdt zijn pasje voor een scherm, de deur gaat open en hij loopt naar buiten.

Bram probeert een bakje kwark te ‘jatten’. Hoe doet hij dat?

De kwark komt toch op het afrekenscherm te staan. Als hij de kwark terugzet, gaat het bedrag weer van zijn bonnetje af. Hoe weet de computer dat hij het bakje weer terug heeft gezet?

Bram noemt een aantal voordelen van de AH Grab & Go. Noteer er twee.

Bram blijft het systeem testen door te proberen dingen onbetaald mee te nemen. Eén keer lukt het hem om het systeem te misleiden. Wat doet hij?

1. Hij laat een product op de rekening van iemand anders zetten.
2. Hij leunt heel erg op een plank met producten.
3. Hij haalt een stapel producten tegelijk van een plank.
4. Hij zet een product op een andere plaats terug en pakt het dan weer.

Aan het begin van het filmpje zegt Bram dat AH’s Grab & Go een ‘concept’ is. Wat bedoelt hij daarmee?

1. Het is de bedoeling dat dit soort winkels er in de toekomst alleen komen voor AH-medewerkers.
2. Het is een voorlopig ontwerp waarmee wordt uitgeprobeerd of dit systeem werkt.
3. De winkel werkt precies hetzelfde als de soortgelijke winkels in Seattle en China.

Wat te doen:

Online opdracht 1, 2, 3 en de examenopdracht maken 

VOLGENDE LES:

2.3 Betogende teksten