2.2 Instructieve teksten luisteren (digitaal)

LUISTEREN EN KIJKEN
HOOFDSTUK 2



2.2
INSTRUCTIEVE TEKSTEN
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

LUISTEREN EN KIJKEN
HOOFDSTUK 2



2.2
INSTRUCTIEVE TEKSTEN

Slide 1 - Diapositive

LUISTEREN EN KIJKEN 
2.2 Instructieve teksten
Planning: 
  • Bespreken resultaten 2.1 en korte terugblik
  • Behandelen theorie 2.2 Instructieve teksten

  • Online opdracht 1 , 2, 3 en examenopdracht maken

Slide 2 - Diapositive


DOEL
AAN HET EINDE VAN DE LES BEGRIJP JE  DE BELANGRIJKSTE AANWIJZINGEN UIT EEN DEMONSTRATIE OF INSTRUCTIE

Slide 3 - Diapositive

KORTE TERUGBLIK

Slide 4 - Diapositive

Theorie
Informatieve teksten kunnen twee doelen hebben:
uiteenzettend: de informatie wordt op een neutrale toon gegeven           
 nieuwsberichten

beschouwend: de luisteraar wordt vanuit verschillende kanten geïnformeerd, zodat hij zich een mening kan vormen
 documentaires en reportages

Slide 5 - Diapositive

Informatieve teksten kunnen twee doelen hebben: uiteenzettend en beschouwend.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 6 - Quiz

In beschouwende teksten kunnen meningen worden verwoord van meerdere partijen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 7 - Quiz

Voorbeelden van informatieve teksten zijn:
A
het journaal, reclamefilmpjes en series
B
nieuwsberichten, documentaires en reportages
C
speelfilms, documentaires en filmpjes van influencers

Slide 8 - Quiz

THEORIE 2.2

Slide 9 - Diapositive

Instructieve teksten
In een instructie krijg je uitleg over hoe je iets moet doen.

Voorbeelden van instructies zijn:
-> de bediening van een brandblusapparaat 
-> het aanleggen van een mitella om een gekneusde arm te ondersteunen.
-> een katheter legen en vervangen bij een cliënt 

Slide 10 - Diapositive

Instructieve teksten
Een instructie heeft vaak de volgende kenmerken:
 

  • In de inleiding wordt het onderwerp van de instructie genoemd.
  • De instructie bestaat uit een aantal aanwijzingen.
  • Deze aanwijzingen zijn duidelijke stappen die je vaak in een vaste volgorde moet uitvoeren.


Slide 11 - Diapositive

Instructieve teksten
Let op de signaalwoorden en werkwoorden. 
De signaalwoorden geven de volgorde aan, bijvoorbeeld met:
‘de eerste stap’, ‘daarna’, ‘uiteindelijk’. 

De werkwoorden geven aan wat je precies moet doen, zoals:
  • Haal de hendel naar beneden’ 
  •  ‘Leg een knoop in de theedoek’.

Slide 12 - Diapositive

Instructieve teksten
In de praktijk krijg je vaak uitleg aan de hand van een demonstratie

Ter verduidelijking laat de ander zien hoe iets werkt. 

Bijvoorbeeld hoe het afval gescheiden wordt. Dat betekent goed luisteren én goed kijken.

Slide 13 - Diapositive

Instructieve teksten
Door beknopt samenvatten dwing je jezelf om te letten op de belangrijkste instructies.


  • Noteer het onderwerp (‘brandblusser in werking zetten’)
  • Noteer in steekwoorden de verschillende stappen in de instructie.


Slide 14 - Diapositive

VOORBEELD

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

VRAGEN

Slide 17 - Diapositive

Wat te doen:
Maken:
Luisteren 2.2 - Instructieve teksten 

Opdracht 1, 2 en 3
Examenopdracht

Slide 18 - Diapositive