Les 12 - Unidad 2

Programa
  1. Reflexión Unidad 1
  2.  Plan Unidad 2
  3. Empezamos
  4. Topo
  5. Deberes
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programa
  1. Reflexión Unidad 1
  2.  Plan Unidad 2
  3. Empezamos
  4. Topo
  5. Deberes

Slide 1 - Diapositive

1. Wat vond je van de lessen tot nu toe?
2. Wat zou je anders willen zien?
3. Vond je de toets aansluiten bij de stof?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is de docent opgevallen
  1. Voca leren (!!!)
  2.  Lezen, staat er bepaald of onbepaald?
  3. Schrijf het lidwoord op als het er ook staat (vragen, de vraag)
  4. ww llamarse altijd 2 antwoorden geven (me llamo, te llamas,..)
  5. ...

Slide 3 - Diapositive

Sleep het blauwe item naar het juiste woord.
la mochila
los lápices de color
la goma
las tijeras
el cuaderno
los libros
el sacapuntas

Slide 4 - Question de remorquage

Zet de nummers op volgorde van klein naar groot
ocho
once
quince
trece
cuatro
nueve
veinte
dieciocho

Slide 5 - Question de remorquage

el
la 
chico
casa
naranja
manzana
amigo
piscina
jamón
presentador

Slide 6 - Question de remorquage

+S
+ES
mujer
auto
realidad
canción
manzana
cuaderno
jugo
señor

Slide 7 - Question de remorquage

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. 
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
la profe de español

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de vertaling van de werkwoord "Ser" naar de juiste plek!
(ik ben)
zij is
hij is
wij zijn
jij bent
jullie zijn
u bent
zij zijn
nosotros somos
yo soy
él es
ellos-ellas - ustedes son
ella es
vosotros sois
tú eres
usted es

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
C.  Yo y Carlos..............estudiantes.
A. Yo............de México.
B. Carlos...........mi amigo.
E. Tú.....holandesa.
D. Ustedes..........de Holanda.
F. Vosotros.........amigos, ¿verdad?
G. Ella.......la profesora de español.
soy
es
sois
eres
son
somos
es

Slide 10 - Question de remorquage

llamas
llamáis
llaman
llamo
llamamos
llama
nos
me
se
os
te
se

Slide 11 - Question de remorquage

En jij?
Ik ben
Hoe heet u?
Ik heet
En u?
Hoe heet jij?
¿Cómo te llamas?
¿Y usted?
Me llamo
¿Y tú?
¿Cómo se llama?
Yo soy

Slide 12 - Question de remorquage

¿Cómo se llama?
¿Y tú?
Yo soy
Me llamo
¿Y usted?
¿Cómo te llamas?
En u?
Ik heet
Ik ben
Hoe heet u?
Hoe heet jij?
En jij?

Slide 13 - Question de remorquage

Unidad 2
Formatief SO voca 
Voca Unidad 1 NL-SP 1-90 + Voca Unidad 2 NL-SP 1-90

Summatief PW voca & gram --> in de toetsweek
Voca Unidad 1 NL-SP 1-90 
Voca Unidad 2 NL-SP 1-90
Ser
Llamarse
Persoonlijke voornaamwoorden
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Meervoudsregel
Getallen tot 100 NL-SP
Jezelf voorstellen
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord


Página 21

Slide 14 - Diapositive

Vocabulario
In 2tallen
Página 22, ej 1 + 2

Klassikaal
Página 22, ej 3

Slide 15 - Diapositive

Topo
- Er zijn 20 landen waar Spaans gesproken wordt. 
- Spaans is de 2e (!!!) wereldtaal, Mandarijn staat op 1 en Engels op 3. 
- In Equatoriaal Guinea (Afrika) wordt ook Spaans gesproken.

Leer de Spaanstalige landen + hoofdsteden kennen via Topomania.
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Quizlet 
Voca Unidad 2

Slide 17 - Diapositive

Deberes
Estudiar (=leren):
Unidad 2, Voca NL-SP 1-10

Slide 18 - Diapositive