H1 Citeren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Citeren

Welke zin is correct?

1. Koen zei: ''Citeren is leuk.''
2. Koen zei: ''citeren is leuk.''
3. koen zei: ''citeren is leuk.''
4. Koen zei ''Citeren is leuk.''

CITEREN 

• Wat iemand letterlijk zegt (gesproken taal).
• Je zet het citaat tussen aanhalingstekens (").
• Je gebruikt een dubbele punt als je voor het citaat aankondigt wie het zegt.
• Begin het citaat met een hoofdletter.
• Eindig met een punt, vraagteken of uitroepteken.

Marthe zei:"Ik haal wel broodjes bij de bakker."

CITEREN

• Als het citaat vooraan staat, gebruik je geen dubbele punt. 
• Achter het citaat zet je een komma, vraagteken of uitroepteken.

"We zijn kampioen!" joelde Ferry, toen de stand 6-2 was.

 “Stilte!” riep de docent.

“Heeft u een klantenkaart?” vroeg de kassière. 

Welke zin is correct?

1. De dame vroeg: ''Heeft u een klantenkaart?
2. De dame vroeg: "Heeft u een klantenkaart.''
3. De dame vroeg: heeft u een klantenkaart?
4. De dame vroeg: ''Heeft u een klantenkaart?''

Maak de zin juist:
Sietse zei tegen Koen hallo, hoe gaat het?

Welke zin is correct?

1. Meneer Metselaar riep om ''stilte.''
2. "Stilte!" riep Meneer Metselaar.
3. "Stilte!", riep Meneer Metselaar.
4. Meneer Metselaar riep om: ''Stilte.''

Maak de zin juist:
ik hou van achtbanen zei koen

Welke zin is juist?

1. ''Ik hou niet van appeltaart", zei sietse.
2. ''Ik hou niet van appeltaart'', zei Sietse.
3. ''Ik hou niet van appeltaart'', zei Sietse
4. Ik hou niet van appeltaart zei Sietse.

Maak de zin juist:
ik kom vandaag niet naar school vertelde koen

Maak de zin juist:
hoe laat is het vroeg kees

Einde