Ademhalingsstelsel 8-12

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Het ademhalingsstelsel

Wat is de Latijnse naam van het ademhalingsstelsel?

1. Tr. Circulatorius
2. Tr. Asmaticus
3. Tr. Respiratorius
4. Tr. Inspiratorius

Waar vindt de gasuitwisseling plaats?

1. in de longblaasjes
2. in de bronchiën
3. In de luchtpijptakjes
4. in de neusholte

Waar vindt diffusie plaats?

1. In het hele ademhalingsstelsel
2. In de longblaasjes
3. In de bronchiën
4. In de larynx

Wat zijn de voordelen
van
Neusademhaling

Ademen via NEUS of via de MOND?

IN DE NEUS:

Lucht wordt vochtig gemaakt

Lucht wordt verwarmd

Lucht wordt gezuiverd

Lucht wordt gekeurd

Een apneu is?

1. Oppervlakkige ademhaling
2. korte diepe ademhaling
3. Te lang en te diep ademhalen
4. Afwezigheid van ademhaling

Wat verstaan we onder dyspnoe

1. tekort aan zuurstof
2. kortademigheid
3. longonderzoek
4. een onregelmatige ademhaling

Middels welk (passief) proces verplaatst zuurstof en koolstofdioxide zich van longen naar bloed?

1. Bloeddruk
2. Osmose
3. Diffusie
4. Colloid Osmotische Druk

Hoe noemen we het middenrif nog meer?

1. Scaleni
2. Diafragma
3. Respiratorius
4. Sternocleidomastoideus

hypoxie betekent

1. een laag HB
2. te laag zuurstofgehalte in het bloed
3. te hoog CO2 gehalte in het bloed
4. te laag zuurstofgehalte in de weefsels

Hypoxie

• Saturatie <80%
• Blauwe verkleuring nagels/vingers en lippen
• Snelle ademhaling / benauwd
• Hoge pols
• Gebruik hulpademhalingsspieren
• Verwardheid en onrust/angst

10. De normaalwaarde van saturatie is:

1. tussen 95-99%
2. lager dan 95%
3. lager dan 80%
4. hoger dan 99%

9. Saturatie is:

Saturatie

• Gezonde mensen saturatie 96- 100 %
• COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
• Lager dan 95% overleg arts
• Lager dan 90% overwegen toedienen van zuurstof. Altijd inoverleg met de arts.

Wat meet je bij de saturatie?

1. De bloeddruk van de patient
2. Percentage zuurstof in de vinger
3. Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
4. Het percentage hemoglobine gebonden met koolzuur

hoe meet je zuurstofgehalte?

• saturatie ( verzadiging vd erytrocyten met O2)
• veneuze Astrup = vingerprik 

• Arteriële Astrup (bloed uit slagader gehaald)

Aandachtpunten saturatie meten

• Kijk naar de zorgvrager, niet alleen naar de getallen; wat zie je?
• Nagellak kan de meting beinvloeden
• Door koude handen is de meting moeilijker uit te voeren (geen mooie curve)

VS

Goede curve

Slechte curve

Indicaties voor het meten van de saturatie

• Ontwennen/ afbouwen
• Dyspnoe
• Cyanose
• Afwijkende ademhaling
• Hoge of lage pols
• Verandering bewustzijn

Ingeademde lucht bevat meer / minder koolstofdioxide dan uitgeademde lucht

1. meer
2. minder

In uitgeademde lucht zit meer / minder waterdamp dan in ingeademde lucht

1. meer
2. minder

Waarin zit meer stikstof, in ingeademde of uitgeademde lucht?

1. ingeademde lucht
2. uitgeademde lucht
3. beiden evenveel

Verschillende samenstelling van lucht

Ingeademde lucht:

- Stikstof               76%

- Zuurstof               20%

- Edelgassen            1%

- CO2                   0,04%

Uitgeademde lucht:

- Stikstof                    76%

- Zuurstof                  16%

- Edelgassen               1%

- CO2                             4%

Welke lucht is het warmst?

1. ingeademde lucht
2. uitgeademde lucht

Waar wordt de ademhaling geregeld?

1. Door het hartritme
2. In de longen
3. Door de O2 en CO2 uitwisseling
4. In het ademcentrum in de hersenstam

Het bloed in de longslagader is

1. zuurstofrijk
2. zuurstofarm

Hoe heet het bloedvat vanaf de longen naar het hart?

1. aorta
2. longslagader
3. longader
4. holle ader

De bloedvoorziening van de longblaasjes vormt een onderdeel van

1. grote bloedsomloop
2. kleine bloedsomloop

De bloedvoorziening van de bronchiën vormt een onderdeel van de

1. grote bloedsomloop
2. kleine bloedsomloop

1: De vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht
die (1) per ademhaling kan worden in – of uitgeademd

2. Je vitale capaciteit is (2) dan je longvolume

1. 1: maximaal 2: groter
2. 1: minimaal 2: groter
3. 1: maximaal 2: kleiner
4. 1: minimaal 2: kleiner

Waaruit bestaat de longcapaciteit?

1. Ademvolume + vitale capaciteit
2. Ademvolume + restvolume
3. Vitale capaciteit + restvolume

Hoe heet het volume lucht bij een diepe inademing?

1. vitale capaciteit
2. totale capaciteit - restvolume
3. ademvolume + expiratoir reservevolume
4. ademvolume + inpiratoir reservevolume

Waar vindt de gasuitwisseling plaats?

Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?

1. Groot oppervlak van de longblaasjes
2. Dunne wand van de longblaasjes
3. Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
4. Dunnen wand longblaasjes en snel in en uit ademen

Waar vindt de gasuitwisseling plaats?

1. in de longblaasjes
2. in de bronchiën
3. In de luchtpijptakjes
4. in de neusholte

Bij ademhalen is...

1. Zowel de huig als het strotklepje is dicht
2. De huig is open het strotklepje is dicht
3. zowel de huig als het strotklepje is open
4. De huig is dicht, het strotklepje is open

Langs welke route bereikt zuurstof de longblaasjes?

1. neusholte - keelholte - luchtpijp - strottenhoofd - luchtpijptakje - bronchiën - longblaasjes
2. neusholte-keelholte-strottenhoofd - luchtpijp - luchtpijptakje - bronchiën - longblaasjes
3. neusholte - keelholte - strottenhoofd - luchtpijptakje - luchtpijp- bronchiën - longblaasjes
4. neusholte-keelholte-strottenhoofd - luchtpijp - bronchiën - luchtpijptakje - longblaasjes

Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt is...

1. Zuurstofarm en koolstofdioxide rijk
2. Zuurstofrijk en koolstofdioxide arm
3. Zuurstofarm en koolstofdioxide arm
4. Zuurstofrijk en koolstofdioxide rijk

Wat wordt er uitgewisseld in de longblaasjes

1. Zuurstof in, Koolstofdioxide uit
2. Koolstofdioxide in, Zuurstof uit
3. Stikstof in, Koolstofdioxide uit
4. Zuurstof in , Stikstof uit

Wat verwacht je mbt de ademhaling bij iemand met obesitas?

1. Kan minder drukverschil opbouwen, waardoor er minder volume verplaatsing is
2. Kan minder drukverschil opbouwen, waardoor er meer volume verplaatsing is
3. Kan meer drukverschil opbouwen, waardoor er minder volume verplaatsing is
4. Kan meer drukverschil opbouwen, waardoor er meer volume verplaatsing is

Surfactant is een vettige stof die geproduceerd wordt aan de buitenzijde van de alveoli

1. Juist
2. Onjuist

Maken

opdrachten 6.1 t/m 6.3