schoolsysteem en werkwoorden

Trede 3  Meine Schule und ich
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Trede 3  Meine Schule und ich

Slide 1 - Diapositive

WIR FANGEN AN........

-Handy in die Tasche.
-Seid bitte ruhig!
-Dein Laptop bleibt zu!
-Du brauchst dein Heft (je schrift).

Slide 2 - Diapositive

Plan 
 5 min: Weißt du noch?  
15 min: Uitleg + spreken 
15 min: opdracht maken 
5 min: einde les



Slide 3 - Diapositive




Weißt du noch
?
 

Slide 4 - Diapositive


Doelen van de les

  • Je leert over het Duitse schoolsysteem
  • Je herhaalt de regelmatige werkwoorden


Slide 5 - Diapositive

die Schule

Slide 6 - Diapositive

Deutschland
Niederlande
1-6 Kindergarten
6-10 Grundschule (Klasse 1-4)
Ab 10 weiterführende Schule


10-15 Hauptschule (Klasse 5-9)
10-16 Realschule (Klasse 5-10)
10-19 Gymnasium (Klasse 5-13)

1-4 peuterspeelzaal
4-12 basisschool (groep 1-8)
Va.12 middelbare school


12-16 vmbo (klas 1-4)
12-17 havo (klas 1-5)
12-18 vwo/gymnasium (klas 1-6)

Slide 7 - Diapositive

persoonlijke voornaamwoorden
ik
jij
hij,zij, het
wij
jullie
zij, u

Slide 8 - Diapositive

regelmatige werkwoorden
zoals bijv.  wohnen

Slide 9 - Diapositive

persoonlijke voornaamwoorden
ich = ik
du = jij
er, sie, es = hij,zij,het
wir = wij
ihr = jullie
sie, Sie = zij, u

Slide 10 - Diapositive

het ww wohnen
Stap 1: 
bepaal de stam van het werkwoord ( -en)
wohnen: stam= wohn


Slide 11 - Diapositive

Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
wohne
du
wohnst
er / sie / es
wohnt
wir
wohnen
ihr
wohnt
sie / Sie
wohnen

Slide 12 - Diapositive

Hoe gebruik je de regel?
1. Wat is de stam van het werkwoord?
2. Welk persoonlijkvoornaamwoord staat in de zin?
3. Regel ''feesttenten'' toepassen.
ich spiele Fussball. 

Slide 13 - Diapositive

Uitzonderingen 
ich
heiße
du 
heißt
er / sie / es
heißt
wir
heißen
ihr
heißt
sie / Sie 
heißen
 als de stam op een s-klank zoals:  -s, -ss, -ß, -x of -z eindigt, bijv. heißen.
Verandering: de du-vorm eindigt niet op -st maar op -t!
 

Slide 14 - Diapositive