Activiteiten

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

ACTIVITEITEN

Wat gaan we doen?

Terugblik vorige week.... Wat hebben we gedaan? 

Vandaag: 

Eerste blok: theorie over activiteiten, wat is het belang daarvan?

Daarna: aan de slag, wat is het plan? 

Afsluiting:

Hoe ver is iedereen?

Wat gaan we volgende week doen?

DOELEN

Je kan vertellen waarom het belangrijk is om activiteiten te organiseren en vertalen naar je stage.

Je kan 2 hoofdgroepen van soorten activiteiten benoemen.

Je kan een activiteit SMART formuleren. 

Activiteiten

Soorten activiteiten

2 hoofdgroepen: 

Vaste activiteiten

• Dagelijkse activiteiten
  
• Doelgerichte activiteiten
  

Vrije activiteiten

Dagbesteding

• Maatschappelijke zorg in de gezondheidszorg
  
• Activiteiten
• Welke groepen vallen er onder de maatschappelijke zorg?? 
• Dagbesteding verdelen in 3 soorten... maar welke? (volg. dia)
  

Welke 3 soorten activiteiten vallen er onder dagbesteding?

1. Werk
2. Scholing
3. Vrije tijd
4. Alle 3 zijn juist

Activiteiten in het pedagogisch werk

• Wat is pedagogisch werk ook alweer??
  
• Spreek je niet van dagbesteding, maar van activiteiten
  
• In het pedagogisch werk worden activiteiten meestal ingedeeld naar uitvoering. Uitgangspunt: wat cliënt doet.
  

Soort activiteit

Creatieve activiteiten

Culturele activiteiten

Educatieve activiteiten

Expressieve activiteiten

Sport en spel

Zelfzorg 

Voorbeeld je eigen stage

............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Het doel van activiteiten

Een activiteit om een doel te bereiken

Wat wil je met de activiteit bereiken?

Doelen stellen:

• Beginsituatie (interesses, mogelijkheden, uitdagingen)
  
• Doel
• Activiteit 

SMART formuleren

Specifiek: een doel moet duidelijk en concreet zijn.

Meetbaar: het is belangrijk dat een doel te meten is. 

Acceptabel: vindt de deelnemer het leuk en zinvol?

Realistisch: is het doel wel haalbaar?

Tijdgebonden:  het moet binnen de tijd behaald kunnen worden.

Welke vraag heeft met het doel te maken?

1. Wat wil je met de activiteit bereiken?
2. Hoe moet je de activiteit uitvoeren?
3. Welke materialen heb je nodig?

Wat moet je doen voordat je het doel bepaalt?

1. Verschillende activiteiten selecteren.
2. Evalueren met de cliënt.
3. De beginsituatie bepalen.

Waar staat de S van SMART voor?

1. Slim
2. Specifiek
3. Speciaal

Recreatieve en sociale activiteiten

Ontspanning staat centraal 

Sociale activiteiten, ook ontspanning! Doel: mensen die met elkaar praten.

Denk hierbij aan: 

• Creatieve activiteiten
• Expressieve activiteiten
• Sport- en spelactiviteiten

Creatieve activiteiten

Expressieve activiteiten

Sport- en spel

vertel waarom het zo belangrijk is om activiteiten te organiseren? Denk aan je stage.

Benoem 2 hoofdgroepen van soorten activiteiten?

Formuleer een activiteiten doel in SMART vorm.

Opdracht!! 

Wat gaan we doen: in je werk als helpende kom je verschillende leeftijdsgroepen tegen. Je moet goed weten welke activiteit bij welke levensfase past. 

Hoe: in groepjes van 3 kiezen jullie een fase die aanspreekt. Vervolgens bedenken jullie 3 activiteiten en werken jullie daarna één van die activiteiten uit in het schema.

Hulp: docenten lopen langs, maar jullie gaan zoveel mogelijk ZELF doen. 

Tijd: 15 min.

Klaar: andere activiteiten ook uitwerken in het schema. 

Opdrachten na bespreken+ afsluiting theorie gedeelte