T 1 & 2

Welke woorden zit in de term HORECA ?
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
VoedingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Welke woorden zit in de term HORECA ?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten bedrijven behoren tot de horecabranche?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke 3 categorieën kun je de horeca indelen?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand die een horecabedrijf bezoekt, noem je een klant.
Ja of Nee? Waarom?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bepaal je tot welk horecatype een bedrijf hoort?
A
Dat hangt af van de menuprijzen.
B
Dat hangt af van de hoofdzaak van het bedrijf.
C
Dat hangt van de horecavergunning die de ondernemer heeft.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een bedrijfsformule?
A
Het totaalbeeld dat een bedrijf uitstraalt .
B
De manier van koken binnen het bedrijf.
C
De manier waarop het personeel wordt opgeleid.
D
Het kassasysteem waarmee het bedrijf werkt.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de 6 P's?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In de horeca richt je je op een specifieke doelgroep.
Juist of onjuist
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Als je duidelijk voor ogen hebt wat de doelgroep is die je wilt aanspreken, dan kun je de P’s uit de bedrijfsformule daar goed op afstemmen. Wil je met name studenten aantrekken, dan pas je bijvoorbeeld het product en de prijs hierop aan, zodat je meer gasten trekt.
Waardoor kwamen Griekse en Italiaanse keukens in de jaren 70 en 80 in opmars?
A
Nederlanders gingen voor het eerst op verre reizen
B
Nederland werd in die tijd door een Italianen van Griekse afkomst geregeerd
C
Door burgeroorlogen emigreerde n veel Italianen en Grieken naar Nederland

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kenmerken horen bij haute cuisine?

A
Exclusieve ingrediënten, lang menu met veel gangen.
B
Licht menu met frisse smaken, kort menu met minder sterke smaken.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Georges Auguste Escoffier wordt gezien als degene die het koksbestaan tot een erkend beroep heeft gemaakt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Escoffier is de bedenker van de gedisciplineerde keuken met verschillende rollen en een duidelijke hiërarchie die nu nog in de horeca bestaat. Daarnaast ontwikkelde hij de ‘vijf moedersauzen’: hollandaise, béchamel, espagnole, velouté en sauce tomate.
In welke opzichten is de horeca veranderd ten opzichte van vroeger?

A
Bediening en keuken werken meer samen.
B
Er wordt steeds slechter gecommuniceerd met gasten
C
De bediening geeft tegenwoordig meer leiding aan de keuken

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions