Schrijven 1.4 - 3 basis

Zakelijke e-mail
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zakelijke e-mail

Slide 1 - Diapositive

Wat weten jullie al over
een zakelijke e-mail?

Slide 2 - Carte mentale

Tekstdoel
Wanneer schrijf je de zakelijke 
e-mail?  Dus met welk doel!

Voorbeelden:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
  • Je hebt een klacht over een telefoon die je net gekocht hebt.

Slide 3 - Diapositive

Ik schrijf een zakelijke e-mail als ik een heel leuk weekend heb gehad en ik mijn oma daarover wil vertellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Ik schrijf een zakelijke e-mail naar een kledingwinkel als ik een klacht heb over een broek die ik heb gekocht.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Taalgebruik
Een zakelijke e-mail schrijf je dus vaak aan iemand die je niet persoonlijk kent. Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan.

U
Mevrouw Bakker
(Dus geen 'je' en 'jij'!)

Dit noem je formeel taalgebruik

Slide 6 - Diapositive

Welke van de onderstaande zinnen hoort NIET in een zakelijke e-mail?

A
Ik ben blij dat je wat vrolijker bent nu.
B
Graag wil ik informeren of ik me nog kan inschrijven.
C
Ik hoop gauw te vernemen over de datum.

Slide 7 - Quiz

In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Wat zet je in de inleiding van een zakelijke e-mail?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
het doel van de e-mail

Slide 11 - Quiz

Wat zet je in de kern van een zakelijke e-mail?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
het doel van de e-mail

Slide 12 - Quiz

Wat zet je in het slot van een zakelijke e-mail?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
het doel van de e-mail

Slide 13 - Quiz

Aan de slag
Maken schrijven van H2 vanaf blz. 56
Startopdracht maken we samen.
Daarna loop ik je opdrachten met jullie door.
Vervolgens kun je aan het werk. 
Ik loop langs om te helpen.

Slide 14 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde van de inhoud van een zakelijke e-mail?

1. Wat je van de ander verwacht.
2. Je noemt en groet de persoon naar wie je mailt.
3. Duidelijke vraag stellen.
4. Waarom je de e-mail schrijft.

A
2,4,3,1
B
1,2,3,4
C
4,1,2,3
D
3,4,2,1

Slide 15 - Quiz

Zet de opbouw van een zakelijke e-mail in de goeie volgorde:
A
kern -onderwerp - aanhef - inleiding -slot -afsluiting
B
inleiding - aanhef - kern - afsluiting - slot
C
onderwerp - aanhef - inleiding - kern - slot - afsluiting
D
aanhef - inleiding -kern - onderwerp - slot - afsluiting

Slide 16 - Quiz

Met welk(e) woord(en) begint de aanhef van een zakelijke e-mail ?
A
Hoi
B
Beste van Kallen,
C
Geachte meneer, mevrouw,
D
Groeten,

Slide 17 - Quiz

Een zakelijke e-mail sluit je af met...
A
Een beleefde groet en je naam.
B
Alleen wat je van de lezer wil.
C
Wat je van de lezer wil en alleen je naam.
D
Alleen een nette groet.

Slide 18 - Quiz

Lesplanning
- Maak van 1.4, opdr. 1 t/m 4 (blz. 30-31).

Lesdoel
- Je weet uit welke onderdelen een zakelijke e-mail bestaat. 

Slide 19 - Diapositive