Les 4. Plichtethiek

Kantianisme/ Plichtethiek
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Kantianisme/ Plichtethiek

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je bent instaat om de inhoud van de plichtethiek te benoemen en uit te leggen.
Je weet wie de grondlegger was en wat zijn achtergrond is.
Je begrijpt wat de kern is van deze stroming.
Daarnaast kun je duidelijk uitleggen wat je zelf van deze stroming vindt en waarom.

Slide 2 - Diapositive

Memorie 
Hedonisme
Utilisme
Wijsgerige ethiek
Ethiek
Christelijke ethiek

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Vidéo

Beginjaren
  • Hij werd geboren op 22 april 1724 in Koningsbergen, Pruisen ten tijde van de Verlichting. 
  • Het gezin  was Luthers, nadruk op  eenvoudig leven met een sterk geloof in moraal voorschreef. 
  • Op zijn zestiende ging hij daar naar de universiteit, waar hij eerst theologie en vervolgens filosofie en wis- en natuurkunde studeerde.

Slide 5 - Diapositive

kritiek op het utilisme


Voor Kant staat autonomie centraal. 

Als je kijkt naar geluk en genot, dan ben je niet bezig met wat jij zelf denkt

Slide 6 - Diapositive

Autonomie
  • Mensen bepalen zelf hun eigen wetten en regels. 
  • Dat betekent niet dat mensen doen waar zij zelf zin in hebben. 

Slide 7 - Diapositive

Autonomie

Mensen moeten hun eigen wetten dan ook bepalen aan de hand van de rede.
(logisch nadenken) 

Slide 8 - Diapositive

Mensen zijn verplicht om zich te houden aan hun eigen morele wetten/ plichten.

Slide 9 - Diapositive

Gevolg
Vrijheid van de mens. 

Je moet je niet laten leiden door anderen,  of door 
verlangens of nut. 

Slide 10 - Diapositive


Kant

J.S. Mill

Epicurus
Je houden aan je eigen wetten en regels.
Vrijheid van meningsuiting.
Het belang van vriendschap.
Autononie van de mens.
Het belang van het individu.
De hedonistische calculus.

Slide 11 - Question de remorquage


Wanneer ben je volgens Kant een vrij mens?

Slide 12 - Question ouverte

Categorisch imperatief

Onvoorwaardelijk gebod/ regel dat je jezelf oplegt.

Je bent verplicht je hier altijd aan te houden in elke situatie.


Slide 13 - Diapositive


Geef een voorbeeld van een regel bij het categorisch imperatief.

Slide 14 - Question ouverte

  • Doel: Morele wetten afleiden.
  • Vorm: Gebiedende wijs.
  • Maxime: Intentie die aan de handeling ten grondslag ligt. 

Slide 15 - Diapositive

Doel

(plichten bij het categorisch imperatief)


1. zelf-perfectionering
2. geluk van andere mensen

Slide 16 - Diapositive

T
I
S
N
I
N
A
K
T
timer
0:30
In de taartpuzzel staat een woord waarvan één letter ontbreekt. Je moet, binnen de tijd, de juiste letter slepen om het woord compleet te maken. Vervolgens schrijf je dit op in de volgende slide (open vraag).
Het woord kan links- of rechtsom te lezen zijn.
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
A
B

Slide 17 - Question de remorquage


Geef een korte uitleg over het begrip,
de persoon of de gebeurtenis.

Slide 18 - Question ouverte

Regels bij het  

catagorisch imperatief

Slide 19 - Diapositive

Regel 1 
Handel zo dat je de menselijkheid,  zowel in je eigen persoon  als in die van ieder ander, altijd vast houdt.

Slide 20 - Diapositive

Regel 2
 
Gebruik een persoon niet als middel om tot jouw doel te komen.

Slide 21 - Diapositive

Gulden regel

Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet!

Slide 22 - Diapositive

Van wie komt de uitspraak uit bovenstaande dia?
A
Boeddha
B
Mohammed
C
Jezus
D
Rutte

Slide 23 - Quiz

Welk begrip is niet van toepassing bij Kant.
A
Plicht
B
categorisch imperatief
C
Verlichting
D
mens als middel

Slide 24 - Quiz

Hoe noemt de Kant de motivatie?
A
Hedonistische calculus
B
categorisch imperatief
C
super ego
D
maximus

Slide 25 - Quiz

Bij Kant gaat het vooral om:
A
verantwoordelijkheid
B
vrijheid
C
god
D
mensen

Slide 26 - Quiz

Zijn de leerdoelen behaald?
Ik ben instaat om de inhoud van de plichtethiek te benoemen en uit te leggen.
Ik weet wie de grondlegger was en wat zijn achtergrond is.
ik begrijp wat de kern is van deze stroming.
Daarnaast kan ik duidelijk uitleggen wat ik zelf van deze stroming vind en waarom.

Slide 27 - Diapositive